impro oefeningen

• Theater
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Improvisatie

Doen alsof

Impro oefeningen

Impro vanuit conflicten

Impro vanuit karakter

Impro vanuit tegenstellingen

Leerdoelen

• Ik leer mijn ideeën overtuigend te presenteren in een improvisatie-oefening

Vandaag

1. Warming up

2. Inspiratiebron

3. Maakopdracht

We draaien aan het rad en kiezen één emotie uit. 

Dit is de basisemotie voor jullie scène.

1. WARMING UP

Spelopdracht: 

Inleiding: (5 min.)

Je vraagt aan de klas welke emoties we kennen. Al snel zullen er vingers komen met de antwoorden op uw vraag. Vervolgens laat u enkele leerlingen de verschillende emoties voordoen door ze een zin te laten bedenken waarin de emotie tot uiting komt. Wanneer ze dit doen, zullen ze vaak automatisch ook een gezichtsuitdrukking hebben die bij de emotie hoort. Deze gezichtsuitdrukking en houding van de kinderen is weer belangrijk voor straks.

Kern: (15 min.)

Je gaat de emotiebus met de leerlingen spelen. Zet zes stoelen in de vorm van een bus klaar en één stoel vooraan voor de buschauffeur. Nu heeft u eerst een chauffeur nodig die de bus gaat besturen. De zes stoelen zijn de passagiers die telkens één voor één de bus in stappen. U geeft de leerlingen die mee spelen in de bus allemaal een kaartje met daarop een emotie. Zij laten dit aan niemand anders zien.

Wanneer er een passagier instapt laat hij/zij meteen merken welke emotie hij de bus inneemt. Alle passagiers inclusief de buschauffeur nemen deze emotie over en spelen hierin mee. Wanneer de passagier in de bus zit, stopt de emotie en moet de rest van de klas de emotie die werd uitgebeeld raden. Wanneer dit geraden is komt de tweede passagier en zo gaat het door totdat de bus vol zit. Wanneer de bus een keer helemaal vol is geweest kunt u het spel nog een keer spelen met andere leerlingen en andere emoties.

Slot: (5 min.)

Bespreek de emoties die in de bus naar voren kwamen. Waaraan kon je merken welke emotie het sterkste was?

Wat vonden de leerlingen makkelijk/moeilijk? Tips en tops voor elkaar.

Uitleg in de kring

• Wat is associëren ook alweer?
• Wat is een conflict?
• Waarom moet er een conflict in een scène zitten?

Oefening: Conflict verzinnen

Verzin zo snel mogelijk een conflict: 

- Een jongen en meisje hebben een date in de bioscoop.

Oefening: Conflict verzinnen

Verzin zo snel mogelijk een conflict: 

- Twee astronauten in een ruimteschip.

Oefening: Conflict verzinnen

Verzin zo snel mogelijk een conflict: 

- Een vakkenvuller en een baas in de supermarkt.

2. Inspiratiebron

Theater: Melk & Dadels

Bespreek de thema's en emoties uit de voorstelling en hoe deze worden overgebracht

Improviseren

Improvisatie/ Improviseren = een vorm van dramatisch spel waarbij de spelers het spel beginnen, terwijl 1 of meerdere spelgegevens (5W’s) vooraf niet zijn vastgelegd.  

 

Start maakopdracht

Wat zijn mijn (verborgen) talenten?

Schrijf deze op en wissel deze uit met een medeleerling. 

5. Maakopdracht

Werk in drietallen en maak een scène van 1 minuut waarin jullie verborgen talenten samen in een lastige situatie zitten. 

Gebruik zowel fysiek spel als improvisatie.

6. Presenteren

- Iedereen presenteert scene aan de klas waar improvisatie en fysiek spel 

- Publieksvraag: bespreek wat goed werkte in het fysieke spel + improvisatie.

7. Reflectie en evaluatie

• Werk je portfolio en reflectie bij
  
• Wat heb je vandaag gemaakt?
  
• Wat neem je mee van vandaag?