What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taal: stijl oefenen 2
Welkom 2HB
Cursus 4
§2
Stijlfiguren
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom 2HB
Cursus 4
§2
Stijlfiguren
Slide 1 - Slide
Stijlfiguren
Wat zijn stijlfiguren?
Stijlfiguren zijn literaire trucs die worden gebruikt om een tekst levendiger, interessanter of overtuigender te maken voor een lezer of luisteraar.
Slide 2 - Slide
Welke stijlfiguren?
- Opsomming
- Drieslag (vaste opsomming van drie begrippen)
- Climax (fluisteren, praten, schreeuwen)
- Overdrijving of een hyperbool
- Tegenstelling of antithese (leven of dood)
Slide 3 - Slide
'Bloed, zweet en tranen' - dit is een bijzondere opsomming. Wat voor een?
Slide 4 - Open question
Ik heb het goed gedaan, maar ook zo fout gedaan.
Als ik terugkijk in de tijd.
Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
Slide 5 - Quiz
Een lach met tranen, zo voel ik mij vandaag.
Geproefd van het leven, zoveel vrienden ongekend.
Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
Slide 6 - Quiz
Met bloed zweet en tranen, zei ik, rot hier nu maar op.
Met bloed zweet en tranen,
Zei ik vrienden, dag vrienden, de koek is op.
Welke stijlfiguur herken je hier vooral?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
Slide 7 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een drieslag?
A
fout, fout, fout
B
Eerst wandelde hij, toen ging hij over in een draf en uiteindelijk begon hij te sprinten.
C
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
D
rust, reinheid, regelmaat
Slide 8 - Quiz
In welke zin staat een opsomming?
A
Nooit, nooit ga ik daar nog eens naar toe!
B
Lina houdt taal, rekenen en tekenen.
C
Ik had een twee voor de toets. Ik had dus wel een paar foutjes.
D
Daar ik ben ik niet blij mee.
Slide 9 - Quiz
Van welk stijlfiguur is hier sprake:
Plus geeft meer, veel meer.
A
hyperbool
B
repetitio/ herhaling
Slide 10 - Quiz
In welke zin staat een climax?
A
fout, fout, fout
B
Eerst wandelde hij, toen ging hij over in een draf en uiteindelijk begon hij te sprinten.
C
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
D
rust, reinheid, regelmaat
Slide 11 - Quiz
Het vlees, de organen, de botten, de huid, de hoorns, echt alles van de koe wordt verwerkt tot producten.
A
Herhaling
B
Opsomming
C
Climax
D
Drieslag
Slide 12 - Quiz
More lessons like this
Taal: stijl oefenen 1
8 hours ago
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Taal: stijl
December 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Stijlfiguren - herhaling, opsomming, tegenstelling
November 2023
- Lesson with
17 slides
Taal: stijl
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Taal: stijl
November 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HA3: Woordenschat: herhaling, tegenstelling, opsomming
September 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
les 5 poëzieproject: stijlfiguren - herhaling, opsomming, tegenstelling
March 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H.1 Woordenschat - Stijlfiguren: Herhaling, tegenstelling, opsomming
June 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3