Klas 1 week 46 les 1

                            Lesdoelen (buts)


Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met eten/drinken!

Luisteren - Opschrijven - Leren
Geluidsniveau: STIL
Wat ga je doen?
Ga naar in het digitale lesmateriaal naar Chapitre 2 
Naslag - Preview - Voca E
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca E op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * een potlood
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

                            Lesdoelen (buts)


Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met eten/drinken!

Luisteren - Opschrijven - Leren
Geluidsniveau: STIL
Wat ga je doen?
Ga naar in het digitale lesmateriaal naar Chapitre 2 
Naslag - Preview - Voca E
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca E op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * een potlood

Slide 1 - Slide

Weektaak


Weektaak vorige week afgerond?
Deze week genoteerd in planagenda?

                                                                  
                                                      

Slide 2 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Heb ik gecontroleerd of ik alle opdrachten heb afgerond
- Heb ik een instructiefilmpje gezien over het vervoegen van werkwoorden op -er in het Frans en heb ik het geleerde toegepast



Slide 3 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
Werkwoorden op -er vervoegen
Grootste groep werkwoorden in de Franse taal!

We gaan kijken naar een instructiefilmpje over werkwoorden vervoegen op -er
Kijk in het boek op pag. 72
Daarna gaan we het geleerde toepassen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Slide

habiter = wonen
Hoe zeg je: jij woont

Slide 7 - Open question

Tu habites
jij woont

Slide 8 - Slide

spelen = jouer
Hoe zeg je: hij speelt

Slide 9 - Open question

il joue
=
hij speelt

Slide 10 - Slide

helpen = aider
Hoe zeg je: jullie helpen

Slide 11 - Open question

vous aidez
=
jullie helpen

Slide 12 - Slide

spreken = parler
Hoe zeg je: zij spreken

Slide 13 - Open question

ils/elles parlent 
=
zij spreken

Slide 14 - Slide

StudieTips 
Lees bij Studievaardigheden ook op welke manieren je werkwoorden kunt leren.

Daar vind je ook de volgende linkjes

Slide 15 - Slide

Stappenplan
Stap 1: Bekijk het hele rijtje van de uitgangen (volgende slide)
Stap 2: Kijk of je (zonder te spieken) het hele rijtje van alle uitgangen kunt
                opschrijven.
Stap 3: Kijk na met een andere kleur pen.
Stap 4: Probeer het opnieuw net zolang totdat je geen foutjes meer maakt.
Stap 5: Doe de oefentoets op papier (staat ook bij bronnen) en kijk of je de uitgangen eerst met spiekbrief en daarna zonder spiekbrief door elkaar kunt invullen.          Klaar? Ga aan de slag met de weektaak.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 18 - Slide

Gekoppeld Daltonuur
* Je blijft op jouw plaats zitten en gaat met de weektaak Frans aan de slag
* Heb je een vraag: stel deze aan jouw klasgenoot naast je 
* Weet jouw klasgenoot naast je het antwoord ook niet, vraag de docent.
* 1 leerling bij de docent, blijf op jouw plaats wachten
* Klaar met de weektaak? Kom langs bij de docent

Slide 19 - Slide