2.3 Formuletaal

2.3 Formuletaal
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.3 Formuletaal

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je leert:
-hoe je stoffen met een formule kunt weergeven;
-de formules van een aantal belangrijke stoffen;
-de naamgeving van eenvoudige stoffen;
-de molecuulmassa berekenen met atoommassa's;
-het massapercentage van een atoomsoort in een molecuul berekenen.

Slide 2 - Slide

2.3 Formuletaal

Slide 3 - Slide

2.3 Formuletaal

Slide 4 - Slide

2.3 Formuletaal

Slide 5 - Slide

2.3 Formuletaal
Claartje Fietst In Haar
Onderbroek 
Naar Brabant

BrINClHOF

Slide 6 - Slide

2.3 Formuletaal
Molecuulmassa berekenen
  • Molecuulmassa
  • Met de molecuulformule en atoommassa's berekenen
  • Optellen van de massa's van alle atomen

Slide 7 - Slide

2.3 Formuletaal
Bereken het massapercentage van
  • C in CO2
  • H in H2O

C = koolstof
O = zuurstof
H = waterstof



Slide 8 - Slide

Wat is de index van 6 O ?
2
A
6
B
1
C
0
D
2

Slide 9 - Quiz

Wat is een atoom?
A
Een molecuul
B
Een bouwsteen van een molecuul
C
Onderdeel van een ion
D
Een stof

Slide 10 - Quiz

Geef aan welk(e) getal(len) de index en welk(e) getal(len) de coefficient is/zijn in: 6
 H2SO4
A
Index: 6 coëfficiënt: 2 en 4
B
Index: 6 en 2 coëfficiënt: 4
C
Index: 2 en 4 coëfficiënt: 6
D
Index: 6 en 4 coëfficiënt: 2

Slide 11 - Quiz

Wat is de index van zuurstof in de formule van salpeterzuur?

A
4
B
1
C
3
D
0

Slide 12 - Quiz

Met de index geven we aan hoeveel...
A
...moleculen er zijn
B
...atomen per atoomsoort in het molecuul zitten

Slide 13 - Quiz

Wat is de index van koolstof in de molecuulformule van dit molecuul (koolstof zijn de zwarte bolletjes):

A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 14 - Quiz

Wat geeft het coëfficiënt aan?
A
aantal moleculen
B
aantal atomen
C
aantal atomen in het molecuul
D
aantal moleculen in het atoom

Slide 15 - Quiz

De coëfficiënt staat altijd...
A
voor het molecuul
B
in het molecuul
C
achter het molecuul

Slide 16 - Quiz

Wat is in deze formule het coëfficiënt
A
4
B
2
C
6
D
2 en 6

Slide 17 - Quiz

Wat is de molecuulmassa van O2?
A
16,00 u
B
15,999 u
C
31,998 u
D
32,00 u

Slide 18 - Quiz

De molecuulmassa van CH4 is:
A
12u
B
13u
C
16u
D
18u

Slide 19 - Quiz

De molecuulmassa van water is:
A
18,016 u
B
16,00 u
C
1,008 u
D
3 u

Slide 20 - Quiz

Regels voor systematische naamgeving
Voor nu leer je de regels van verbindingen die bestaan uit maximaal twéé atoomsoorten
Uitleg aan de hand van een voorbeeld, lachgas:                  
We gaan de systematische naam opstellen van deze stof

1. Je geeft de indexen aan met een (Grieks) voorvoegsel, gevolgd door de naam van de bijbehorende atoomsoort.

2.  De tweede atoomsoort krijgt niet de normale naam, maar verandert in een achtervoegsel met -ide.







N2O

Slide 21 - Slide

Regels voor naamgeving

Eerst de index. Twee is in het grieks di.
Dan het atoom wat ervoor staat = stikstof.
Dan het tweede atoom eindigend op ide = oxide

Naam: distikstofoxide
N2O

Slide 22 - Slide

Regels voor naamgeving
Tenslotte, bestaat er één uitzondering op de vorige regels die je moet kennen.

UITZONDERING:  Wanneer de eerste atoomsoort in de formule maar één keer voorkomt, 
valt mono- aan de voorkant WEG

Dit is het geval bij bijvoorbeeld   CO





2

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Huiswerk: 
2.3 alle opdrachten behalve ster 
opdrachten.




  

Slide 24 - Slide