H2.3 formuletaal

H2.3 formuletaal
instructie
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2.3 formuletaal
instructie

Slide 1 - Slide

in deze les
formules van stoffen noteren en aflezen
naamgeving van stoffen leren
molecuulmassa bepalen
massapercentage berekenen

Slide 2 - Slide

formules
Formules geven aan welke en hoeveel atomen er in een stof zitten

Slide 3 - Slide

Sleepvraag?
Welke molecuulformule hoort bij welke pictogram?
CH4
CO2
NH3
HCl

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

uit hoeveel atomen bestaan
2 C5H12O2
A
3
B
1
C
19
D
38

Slide 6 - Quiz

Uit hoeveel moleculen bestaat
12 CO2 ?
A
3
B
1
C
12
D
2

Slide 7 - Quiz

Uit hoeveel atoomsoorten bestaan
3 HNO3 ?
A
3
B
1
C
4
D
2

Slide 8 - Quiz

systematische naamgeving 1
1:  Cu
2: LiC
3: NaH
Stoffen met metaal-atomen krijgen de simpele naam

Slide 9 - Slide

sytematisch naamgeving 2
1: CH
2: CH4
3: C2H2
telwoorden worden gebruikt voor de index

Slide 10 - Slide

systematisch naam 3
1: HF
2:HCl
3:CO2
eindigt de stof op -O,-S
-F,-Cl,-Br,-I
Dan krijgt het een -ide naam

Slide 11 - Slide

systematisch naamgeving 4
1: SH6
2: N2O
3: CO

mono wordt niet gebruikt bij de eerste atoom in een stof

Slide 12 - Slide

systematische naamgeving
voorbeelden: 
SO2
zwaveldioxide




Slide 13 - Slide

regels systematische naamgeving
1. benoem de atomen
2. zet de telwoorden voor de naam. Gebruik de indexen achter de atomen om het telwoorde te bepalen
2+. Is er geen telwoord => mono- (uitzondering bij de eerste atoom)
3. eindigt het op een halogeen, O of S? => -ide als einde

Slide 14 - Slide

Wat is de juiste naamgeving voor:
H2S
A
waterstofsulfide
B
waterstofzwavel
C
diwaterstofmonosulfide
D
waterstofdisulfide

Slide 15 - Quiz

Wat is de systematische naamgeving van:
Br3S4
A
tribromidetetrasulfide
B
tribroomtetrasulfide
C
tetrabromidetrisulfide
D
tribromidetetrazwavel

Slide 16 - Quiz

Naamgeving moleculaire stoffen:


CCl4
A
koolstoftetrabromide
B
koolstoftetrabroom
C
monokoolstoftetrabromide
D
monokoolstoftetrabroom

Slide 17 - Quiz

atoommassa
hoeveel de massa is van 1(-heid) atoom
eenheid is u of g/mol
vb:
één zuurstof atoom heeft een massa van 16,00 u

Slide 18 - Slide

molecuulmassa
de massa van een deeltje
het is de som van alle atoommassa's

Slide 19 - Slide

Wat is de atoommassa van koolstof
A
12,0u
B
6,0g
C
6,0u
D
12,0g

Slide 20 - Quiz

Wat is de atoommassa van Fosfor
A
19,0u
B
9,0u
C
31,0u
D
15,0u

Slide 21 - Quiz

Wat is de atoommassa van boor?
A
9,0122 u
B
10,81 u
C
97,904 u
D
137,33 u

Slide 22 - Quiz

Wat is de molecuulmassa van
Atoommassa C = 12,0 u
Atoommassa O = 16,0 u
CO2
A
28,0 u
B
40,0 u
C
44,0 u
D
56,0 u

Slide 23 - Quiz

massapercentage
m%= massa één atoomsoort 
molecuulmassa


Slide 24 - Slide

De massapercentage van zuurstof in water
water is H2O (diwaterstofmono-oxide)
de atoommassa's zijn(H,O) : (1,008, 16,00)
de molecuulmassa = 18,02 u

De massapercentage van zuurstof is: 
16,00/18,02 *100%= 89%

Slide 25 - Slide

Wat is het het massapercentage van waterstof in
H2O
A
11,2%
B
50%
C
200%
D
25%

Slide 26 - Quiz

Wat is het massapercentage jood in calciumjodide

(CaI2 )
A
76,0%
B
86,4%
C
Het juiste antwoord staat er niet tussen

Slide 27 - Quiz

Wat is het massapercentage Broom in Kaliumbromide(KBr)?
A
119 %
B
79,9 %
C
67,4 %
D
23,6 %

Slide 28 - Quiz

afsluiting
  • formules
  • systematische naamgeving
  • atoommassa
  • molecuulmassa
  • massapercentage

Slide 29 - Slide