Een mens, dier, plant, ding. (leraar, konijn, pannenkoekplant, pen)
Eigennamen: (Mick, Sophie, Nederland, Buitenpost, Spanje, IJssel)
Kenmerken zelfstandig naamwoord (zn):
Je kunt er vaak de, het, een voorzetten; Gebruik altijd een. Dan weet je het zeker.
Je kunt er vaak enkelvoud en meervoud maken;
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken;