Doelen: Aan het einde van deze les kun je....
1. uitleggen wat hoogbegaafdheid inhoud
2. het verschil tussen intelligent en hoogbegaafdheid uitleggen.
3. 3 kenmerken noemen van een hoogbegaafde leerling.
4. Een oplossing voor beide casussen bedenken.
5. Een samenvatting geven wat het voor jou als docent betekent om een hoogbegaafde leerling in de klas te hebben.
6. 2 handvatten noemen.