This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat weet je nog van H11 Elektrische velden?
Slide 1 - Open question
H11
Elektrische influentie
De wet van coulomb
Elektrische veldsterkte E (geen energie, een vector grootheid)
een homogeen veld en een radiaal veld
Elektrische energie (omgezet in kinetische energie)
lineaire versnellers (krachten in evenwicht)
cyclotron (Fmpz en Florentz)
Joule en eV
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog van H12 atoomfysica?
Slide 3 - Open question
H12
verband tussen temperatuur en golflengte
verband tussen vermogen , intensiteit en de grootte van een straler
verband tussen intensiteit van een straler en afstand (kwadraten wet)
fotonen: energie en frequentie
foto-elektrisch effect (uittree-energie, grensfrequentie of grensgolflengte, remspanning)
spectraallijnen (absorptie- en emissie spectrum, energieniveaus en aangeslagen toestanden)
fluorescentie
ionisatie
energie niveaus van waterstofatoom
Lymanreeks
Slide 4 - Slide
Op welke natuurkundige wet is de formule hieronder van toepassing?
F=r2f⋅q1⋅q2
A
Wet van Newton
B
Wet van Coulomb
C
Wet van Volta
D
Wet van Ohm
Slide 5 - Quiz
Energie E en elektrische veldsterkte E
A
zijn eigenlijk hetzelfde
B
zijn twee verschillende grootheden
Slide 6 - Quiz
In welk punt is de elektrische veldsterkte het grootste?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 7 - Quiz
Bereken de elektrische kracht op een lading van 20 mC als de veldsterkte 0,040 N/C is.
A
0,80 N
B
8,0⋅10−4N
C
2,0 N
D
0,5 N
Slide 8 - Quiz
Op een 10 cm van een lading is de veldsterkte 0,040 N/C is. Bereken de grootte van die lading.
A
4,4x10^-11 C
B
4,4 x 10 ^-10 C
C
4,4 x 10^-13 C
D
4,4 x 10^-14 C
Slide 9 - Quiz
dit soort veld heet een...
A
homogeen veld
B
cirkel veld
C
radiaal veld
D
stervormig veld
Slide 10 - Quiz
Hoe noemen we zo'n veld, waar het veld overal dezelfde richting en sterkte heeft?
A
Een universeel veld
B
Een homogeen veld
C
Een conservatief veld
D
Een radiaal veld
Slide 11 - Quiz
Wet van Wien
Bij een brandende gloeilamp heeft de gloeidraad een temperatuur van 2,5·10^3 K. Leg met een berekening uit waarom het rendement van een gloeilamp zo laag is.
Slide 12 - Slide
Het ruimtevaartuig Cassini heeft van 2004 t/m 2017 onderzoek gedaan aan de planeet Saturnus en zijn manen. Daarbij is ook een lander op de maan Titan geland. Cassini had een nucleaire generator aan boord, omdat zonnecellen op die afstand nauwelijks nut hebben. Bereken de intensiteit van de zon bij Saturnus.
PZon is te vinden in BINAS T32C
rSaturnus is te vinden in BINAS T31
Dit is vele malen kleiner dan de zonneconstante bij Aarde,
Hieronder 2 stellingen: I. Het foto-elektrisch effect berust op golfverschijnselen II. De uittree-energie is een stofeigenschap.
A
Beide stellingen zijn waar
B
Stelling I. is waar,
stelling II. is niet waar
C
Stelling I. is niet waar,
stelling II. is waar
D
Beide stellingen zijn niet waar
Slide 14 - Quiz
Welk spectraal proces zien we hier?
A
Absorptie
B
Dispersie
C
Interferentie
D
Emissie
Slide 15 - Quiz
Het terugvallen van een elektron naar een lagere toestand heet...
A
absorptie
B
emissie
Slide 16 - Quiz
Het naar een hogere baan springen van een elektron, heet
A
absorptie
B
emissie
Slide 17 - Quiz
Een ster met dezelfde temperatuur als de zon heeft een 81x zo grote lichtsterkte. Bereken de diameter van deze ster uitgedrukt in straal van de zon
A
Rs=81 xRz
B
Rs=9xRz
C
Rs=3x Rz
D
Rs=Rz
Slide 18 - Quiz
De lichtsterkte van een ster is 81x zo grote lichtsterkte als de lichtsterkte van de zon. Deze ster is even groot als de zon. Bereken de temperatuur van deze ster uitgedrukt in temperatuur van de zon.
A
Ts=Tz
B
Ts=3 Tz
C
Ts=9 Tz
D
Ts=81 Tz
Slide 19 - Quiz
Oefening foto-elektrisch effect
Je beschijnt een plaatje Kalium met straling met een bepaalde golflengte, en meet bij verschillende spanningen tussen de anode en kathode de stroom die in de schakeling ontstaat.
De resultaten van je metingen staan in de grafiek.
1. Zoek de uittree-energie van Kalium op.
2. Bepaal uit de grafiek hoeveel kinetische energie de vrijgekomen elektronen (maximaal) hadden.
3. Bereken de energie die de fotonen van de bron hadden.
4. Bereken de frequentie en golflengte van de stralingsbron.
Neem aan dat elk foton dat de kathode bereikt een elektron vrijmaakt.
5. Bereken hoeveel fotonen er in één minuut op de kathode vielen.
6. Bereken het (licht)vermogen dat op de kathode viel.
Hint bij 5.
Bedenkt dat voor de stroom altijd geldt: I = Q / t. Bij de gemeten stroom zorgt de lading van de elektronen voor de (totale) Q.
Slide 20 - Slide
Bij een brandende gloeilamp heeft de gloeidraad een temperatuur van 2,5·103 K. Leg met een berekening uit waarom het rendement van een gloeilamp zo laag is.
Voorbeeld Wet van Wien
λmax=Tkw=2,5⋅1032,8978⋅10−3
=1,2⋅10−6m
=1,2⋅103nm
Slide 21 - Slide
Een ster met dezelfde kleur als de zon heeft een 81x zo grote lichtsterkte. Bereken de diameter van deze ster.