lesson 2

Unit 8 - lesson 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unit 8 - lesson 2

Slide 1 - Slide

Plan of today
  • What did we learn last time?
  • Learning goal of today 
  • Instruction 
  • Get to work  
  • Evaluation

Slide 2 - Slide

Choose the right word:

She _____ very late.
A
was
B
were

Slide 3 - Quiz

Choose the right word

My parents ______ in the States.
A
was
B
were

Slide 4 - Quiz

Translate to English:
geloven

Slide 5 - Open question

Translate to English:
logeerpartijtje

Slide 6 - Open question

Translate to Dutch:
ignore

Slide 7 - Open question

Translate to Dutch:
schei uit

Slide 8 - Open question

Translate to English:
U lijkt precies op Amy's vader!

Slide 9 - Open question

Learning Goal
What is the learning goal of today?
  • I can use the plural forms of words.
  • Ik kan de meervoudsvorm van woorden gebruiken.

What do you know about the learning goal? 


How are we going to reach the learning goal? 
  • You will follow an instruction (5 minutes)
  • You will work on the workbook exercises (20 min.)

Slide 10 - Slide

Meervoud: meer dan één
In het Nederlands:
Week         - >            weken
Droom      ->             dromen

In het Engels:
Week         ->             weeks
Dream      ->             dreams
Holiday    ->             holidays
Er komt een -s bij!

Slide 11 - Slide

Meervoud: meer dan één
Bij sommige woorden veranderd het anders:

hero    -> heroes

child   -> children

lady     -> ladies

wife    -> wives

Slide 12 - Slide

Schrijf de getallen voluit en het meervoud erachter:

knife (24)

Slide 13 - Open question

Schrijf de getallen voluit en het meervoud erachter:

article (87)

Slide 14 - Open question

Get to work!
  • Je maakt opdracht 6 t/m 10 van unit 8. Gebruik de helpdesk op pagina 110.

  • Bij vragen steek je je hand op in stilte. De docent komt je helpen. 

  • Je kijkt de gemaakte opdrachten na met het antwoordenboek. 

  • Als je helemaal klaar bent, doe je wat voor jezelf (lezen, tekenen, niet op mobiel...)

Slide 15 - Slide

EVALUATION
How many are there:

week (12)

baby (36)

nail (64)

Slide 16 - Slide