8.5 Utopie

1 / 24
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wie is deze man die in 1917 in Rusland aan de macht kwam?

Slide 2 - Slide

Wie greep de macht in Rusland in 1917?
A
Lenin
B
Trotsky
C
Stalin
D
Molotov

Slide 3 - Quiz

Utopie = onmogelijke werkelijkheid; droombeeld. 

Het woord utopie stamt uit het Grieks en werd het eerst gebruikt in het boek Utopia, van Thomas Moore, dat uitkwam in het jaar 1516. Dit boek beschrijft de ideale staat.

Een utopische staat is de ideale staat. Zo wordt in het boek Utopia een staat beschreven waarin alle omstandigheden op een droombeeld lijken.

Slide 4 - Slide

Wat is een dystopie?
A
Een dystopie is een samenleving met negatieve kenmerken.
B
Een dystopie is een utopische samenleving.
C
Een dystopie is een term uit de biologie.
D
Een dystopie is een samenleving met positieve kenmerken.

Slide 5 - Quiz

Het tegenovergestelde van een Utopie is een Dystopie. Het is een afschrikwekkende werkelijkheid, een nachtmerrie.

Slide 6 - Slide

El Lissitzky 'Versla de witten met de rode wig' (1919)

Slide 7 - Slide

Welke groep wordt gesymboliseerd door de rode wig?
A
Contrarevolutionairen
B
Communisten
C
Nationalisten
D
Inheemse bevolking

Slide 8 - Quiz

Wat is er utopisch aan het communistische systeem?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Attractiemontage = In de montage van een film toevoegen van beelden die niets te maken hebben met het vorige beeld, maar toch betekenis geven.

Je ziet bijvoorbeeld in een oude oorlogsfilm kanonnen schieten en in een ander shot zie je kroonluchters/lampen die heen en weer gaan. Deze twee hebben op zich niets met elkaar te maken, maar als je ze na elkaar plaatst, lijkt het wel zo.

Slide 11 - Slide

Het Kuleshov effect is ook een vorm van attractiemontage.

Slide 12 - Slide

Alexander Vesnin Pavdagebouw.

CONSTRUCTIVISME !!!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

In constructivistische kunstwerken is altijd de constructie zichtbaar: je ziet hoe het gemaakt is. De constructie is niet bedekt.

Slide 16 - Slide

Welk werk behoort tot het Constructivisme?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Wat is 'constructivisme'?
A
Realistische kunststroming met accent op (experimenteel) materiaalonderzoek en constructie.
B
Abstracte kunststroming met accent op (gangbare) materiaalonderzoek en confrontatie.
C
Abstracte kunststroming met accent op (experimenteel) materiaalonderzoek en constructie.
D
Abstracte kunststroming met afkeur van (experimenteel) materiaalonderzoek en constructie.

Slide 18 - Quiz

Welke uitspraak over het Constructivisme is ONJUIST?
A
Het betreft ook veel toegepaste kunst
B
Het bevat een abstracte of geabstraheerde vormentaal
C
Het sluit aan bij de principes vh Expressionisme
D
Het werd ingezet als propaganda in Rusland

Slide 19 - Quiz

Wat wilden kunstenaars met het constructivisme bereiken na de revolutie van 1917?
A
een nieuwe , eerlijke maatschappij
B
het volk opvoeden met kunst
C
individuele kunstzinnige uitingen
D
nieuwe geometrische vormentaal

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video