Taal - Hoofdletters

1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruik ik
een hoofdletter

Slide 2 - Mind map

Hoofdletter
Ik gebruik bij de volgende punten een hoofdletter 
- Aan het begin van de zin (Na een punt)
- Bij namen (Jenny)
- Aardrijkskundige namen en plaatsen (Nederland, Katwijk)
- Talen en volken (Fries en Friezen, Nederlands, Spaans)
- Feestdagen (Pinksteren)
- Gebeurtenissen uit de geschiedenis (De Eerste Wereldoorlog)

Slide 3 - Slide

Waar moeten de hoofdletters komen? 
wij gaan naar spanje of oostenrijk op vakantie.

Waarom komen de hoofdletter daar? 

Slide 4 - Slide

Waar komen de hoofdletters?
ik loop samen met pim in de schoolstraat.
A
Ik
B
Loop
C
Pim
D
Schoolstraat

Slide 5 - Quiz

Waar komen de hoofdletters?
ik vind het veel te koud om in de noordzee te zwemmen.
A
Ik
B
koud
C
Noordzee
D
Zwemmen

Slide 6 - Quiz

Waar komen de hoofdletters?
mijn vader leest graag boeken over de eerst wereldoorlog.
A
Mijn
B
Vader
C
De
D
Eerste Wereldoorlog

Slide 7 - Quiz

Waar komen de hoofdletters?
Anne en koen lopen in het vondelpark.
A
En
B
Koen
C
Lopen
D
Vondelpark

Slide 8 - Quiz

Waar komen de hoofdletters?
lisanne en Marjolein zijn dol op belgische bonbons.
A
Lisanne
B
Zijn
C
Belgische
D
Bonbons

Slide 9 - Quiz

Waar komen de hoofdletters?
erza is geboren in nederland.
A
Is
B
In
C
Erza
D
Nederland

Slide 10 - Quiz

Waar komen de hoofdletters?
wij gaan op vakantie naar spanje.
A
Wij
B
Gaan
C
Vakantie
D
Spanje

Slide 11 - Quiz

Waar komen de hoofdletters?
kees eet graag vlaamse friet.
A
Kees
B
Eet
C
Vlaamse
D
Friet

Slide 12 - Quiz

Ik weet wanneer ik een hoofdletter moet schrijven in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll