Stel je voor: We zitten met de hele klas op een schip. Het schip komt in een zware storm en zinkt. Gelukkig kon iedereen het schip veilig verlaten. We spoelen aan op een eiland, we hebben helemaal niets meer. Al onze telefoons, tablets en laptops zijn achtergebleven.
Het eiland is voor iedereen onvindbaar. Om contact met de buitenwereld te maken moeten we de computer opnieuw uitvinden. Alle grondstoffen zijn op het eiland aanwezig.
Bedenk in duo´s hoe je in 5 stappen een werkende computer kunt maken. Nummer de stappen en zet die in de volgende vraag.