Les 7.2 - halveringstijd

Les 7.2 - halveringstijd
Lesplanning:
  1. Uitleg halveringstijd
  2. Opgaven §5.4 maken
  3. Afsluiting
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 7.2 - halveringstijd
Lesplanning:
  1. Uitleg halveringstijd
  2. Opgaven §5.4 maken
  3. Afsluiting

Slide 1 - Slide

Les 7.2 - halveringstijd
Aan het einde van deze les kan je m.b.v. de halveringstijd de activiteit van een bron na een bepaalde tijd berekenen.

Slide 2 - Slide

Halveringstijd en activiteit
Aan het einde weet je hoe met de activiteit en halveringstijd bepaald kan worden hoe oud Ötzi is.

Slide 3 - Slide

Enig idee hoe bepaald kan worden of Ötzi een bergbeklimmer of oermens was?

Slide 4 - Open question

Kernverval is een toevalsproces
Kernverval is een toevalsproces

Slide 5 - Slide


De halveringstijd van deze stof is ...
A
5 uur
B
10 uur
C
20 uur
D
60 uur

Slide 6 - Quiz


Hoeveel kernen zijn er na 40 seconden?
A
350
B
400
C
450
D
500

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Formule van de halveringstijd en het aantal kernen.

Slide 9 - Slide

Rekenen met de formule
Een boom is 45840 jaar geleden door een grondverschuiving ontworteld en vervolgens onder de grond goed bewaard gebleven. Het in de boom aanwezige C-14 is door radioactief verval grotendeels verdwenen.
Bereken hoeveel procent van het oorspronkelijke C-14 nog in de boom zit. De halveringstijd van C-14 is 5730 jaar.


N=N0(21)t/t1/2

Slide 10 - Slide

Activiteit
A (Bq)

Het aantal kernen dat per seconde vervalt.

Slide 11 - Slide

Activiteit
A (Bq)

Het aantal kernen dat per seconde vervalt.

Slide 12 - Slide


Halveringstijd
De tijd waarin de activiteit en het aantal instabiele kernen
van een radioactieve stof gehalveerd is.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Een radioactieve bron heeft een activiteit van
4,5 * 10³ Bq en een grote halveringstijd.
Bereken hoeveel kernen vervallen in 10 minuten.
A
4500
B
45 000
C
270 000
D
2 700 000

Slide 15 - Quiz

Een radioactieve bron heeft een activiteit van 4,5 * 10 ³ Bq en een grote halveringstijd.
Waarom wordt er in de vraag beschreven dat de halveringstijd groot is?

Slide 16 - Open question

BiNaS
tabel 25

Slide 17 - Slide


Aan de slag
Vergeet niet na te kijken.
Starten met §5.4
Tot 10 minuten voor het einde van de les.

Slide 18 - Slide

Nikkel-63 heeft een halveringstijd van 85 jaar. Stel dat je 1,6 gram nikkel-63 hebt.
Hoe lang duurt het voordat je 0,05 gram nikkel-63 hebt?
A
85 jaar
B
255 jaar
C
425 jaar
D
510 jaar

Slide 19 - Quiz