- Je gebruikt formeel taalgebruik
- Aanhef (hoe je iemand aanspreekt): 'Geachte meneer Bakker'
- Je spreekt iemand aan met u. Bijvoorbeeld: Ik kan helaas niet op de training komen, wilt u dit doorgeven aan het team? <-- vergelijking: zoals je tegen mij zou praten!
Afsluiting: Met vriendelijke groet,
Voornaam en achternaam