A4 dinsdag 16 februari 2021

A4 Fatl dinsdag 16 februari 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

A4 Fatl dinsdag 16 februari 

Slide 1 - Slide

Planning 16/2:
- les devoirs (11B)
- tijds- en plaatsbepalingen in het Frans
- à faire: ex. 11 C en 12 A


HW voor morgen, woensdag 17/2: afmaken 11C en 12A, leren woordjes ÉCRIRE, herhalen REGARDER en LIRE

Slide 2 - Slide

Lesdoelen:
- je controleert  of je het aanwijzend voornaamwoord in het Frans hebt begrepen 
- je herhaalt de bijzonderheden over de woordvolgorde van Franse zinnen en past deze toe bij de zinnen van ex. 12B

Slide 3 - Slide

Les devoirs:
- 11B
voorbeelden uit $9.1                                     Eigen voorbeelden
ce garçon                                                           a ce défi
cet appartement                                             b cet antivol
cette rue                                                              c cette pauvreté
ces filles                                                              d ces affaires


Slide 4 - Slide

Vervolg 11B
2 a ce mois-ci
 b ce livre-là
 c cette fille-ci
 d ces hommes-là
 e cet appartement-là
3      a livre Is dat jouw boek of dat van je zus?
         b renseignements Welke inlichtingen? Die u nodig heeft?
         c robe Welke jurk ga je kiezen? Deze of die?
         d film Welke film? – Die jij gisteravond hebt gezien.
 e mouchoir Heb je geen zakdoek? Neem die op tafel ligt.

Slide 5 - Slide

Vervolg 11B
4 a ceux-ci, ceux-là
    b celui
   c celle
   d celles

Slide 6 - Slide

Questions? 
Zo niet, dan gaan we verder met de woordvolgorde van Frans zinnen. Dit kun je toepassen bij ex. 12A

Slide 7 - Slide

Woordvolgorde in Franse zinnen 
Hoe zit het met de woordvolgorde in Franse bevestigende zinnen ? 
bepaling – onderwerp – gezegde – lijdend voorwerp –
meewerkend voorwerp – bepaling

Let op: bepalingen die een tijd of plaats aangeven, staan aan het begin of aan het einde van de zin!

Slide 8 - Slide

Voorbeeld:
Bepaling aan het begin van een zin:

Bepaling - onderwerp - gezegde - lijd.vw- meewerkend vw

Ce matin        nous         avons donné        un livre        à ma mère

(Wij hebben vanmorgen een boek aan mijn moeder gegeven)



Slide 9 - Slide

Ander voorbeeld
Bepaling aan het eind van een zin: 

Onderwerp - gezegde - lijd.vw- meewerkend vw - bepaling


Je               donne         le panier       à la vendeuse    dans le magasin

(Ik geef het mandje aan de verkoopster in de winkel) 

Slide 10 - Slide

Enkele voorbeelden van een tijdsbepaling
La semaine dernière = afgelopen week
L'année prochaine = volgend jaar
Ce matin = vanochtend
Hier = gisteren
Demain = morgen
Le lendemain = de volgende dag
Aujourd'hui = vandaag

Slide 11 - Slide

Enkele voorbeelden van een plaatsbepaling:
dans le métro = in de metro
devant la mairie = voor het gemeentehuis
à l'école = op school
à coté du cinéma = naast de bioscoop

à + plaatsnaam bijv. à Oosterwolde

Slide 12 - Slide

Opmerking:
Als er meer bijwoordelijke bepalingen in een zin voorkomen, dan is de volgorde: plaats - tijd, bijv.

Nous irons à Paris la semaine prochaine

Slide 13 - Slide

In het Frans is de woordvolgorde hetzelfde als in het Nederlands.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

In het Frans komen alle werkwoorden van het ww. gezegde achter elkaar te staan.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Plaats- en tijdsbepalingen komen in het Frans altijd achteraan een zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Je suis l'année dernière parti en vacances.
B
L'année dernière, je suis parti en vacances.

Slide 17 - Quiz

Welke zin is correct?
A
Demain, je vais demander à ma mère une glace.
B
Je vais demain demander à ma mère une glace.
C
Je vais demander demain une glace à ma mère.
D
Demain, je vais demander une glace à ma mère.

Slide 18 - Quiz

Vertaal naar het Frans: Ik heb gisteren piano gespeeld.

Slide 19 - Open question

Dit is de juiste volgorde van tijd
A
demain, hier, ce matin, la semaine dernière
B
la semaine dernière, hier, ce matin, demain
C
hier, demain, la semaine dernière, ce matin
D
ce matin, hier, demain, la semaine dernière

Slide 20 - Quiz

Et maintenant: ex. 11C en 12A

Slide 21 - Slide

Reageer in het kort op de
les van vandaag

Slide 22 - Mind map

Au revoir et à demain!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide