Blok 8, week 1 Les 4 trema

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

PAK JE SCHRIFT

Staat er -ee aan het eind van een woord?

Maak het meervoud door –ën achter het woord te zetten.

moskeeën

feeën

reeën

zeeën

ideeën

klemtoon

De klemtoon = het stukje van het woord waar je extra nadruk op legt:

fobie – fobieën

porie – poriën

Weet je niet waar de klemtoon ligt zoek het op in het woordenboek.

Bij woorden die op -ie eindigen, moet je op de klemtoon letten:

Valt de klemtoon niet op de ie, dan komt er alleen een -n achter en krijgt de laatste klinker een trema .
   

porie - poriën

religie - religiën

kolonie - koloniën

bacterie  - bacteriën

financiën

Bij woorden die op -ie eindigen, moet je op de klemtoon letten:

Valt de klemtoon wel op de ie, dan komt er  een ën achter .

   

calorie - calorieën

democratie - democratieën

fobie - fobieën

kopie  - kopieën

genie - genieën

als je de klinkers samen verkeerd kunt lezen

Ja

schrijf een trema op de klinker waarmee de nieuwe klankgroep begint

   

pinguin - pinguïn

ruine - ruïne

poezie - poëzie

mozaiek - mozaïek

Doe wat er staat.

• Ga staan!
• Kijk naar buiten!
• Ga zitten!

Weten jullie nog hoe dit heet?

Lesdoel:

Ik weet hoe ik gebiedende wijs herken en hoe ik deze maak.

Gebiedende wijs

1. Begint met de ik-vorm van een werkwoord.
2. Staat in de ik-vorm.
   
3. Geen onderwerp in de zin.
4. Eindigt met een uitroepteken.
   

Bedenk een voorbeeld van een zin in de gebiedende wijs.
Denk aan de drie tips uit het filmpje.

Controleren

1. Begint jullie zin met een werkwoord?

2. Staat het werkwoord in de ik-vorm?

3. Heeft jullie zin geen onderwerp?

4. Eindigt jullie zin met een uitroepteken?

Hoe weet je of een zin in de gebiedende wijs staat?

Zet de volgende zin in gebiedende wijs:

Mijn moeder vraagt of ik naar school wil lopen

1. Ik loop naar school.
2. Ik liep naar school.
3. Loop naar school!
4. Loop jij naar school?

Zet de volgende zin in de gebiedende wijs:

Juf vraagt de kinderen om hun boek open te doen op bladzijde 17.

1. Kinderen, we gaan beginnen op blz. 17.
2. Ik begin met de les op blz. 17.
3. Ik wil graag dat jullie blz. 17 voor je pakken.
4. Doe je boek open op blz. 17!

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

1. Ik kijk naar de televisie.
2. Ga naar de bakker!
3. Op school werken we hard.
4. Mijn moeder zegt wat ik moet doen.

Welke zinnen staan in de gebiedende wijs?
Er zijn twee goede antwoorden.

1. Ga weg.
2. Ik wil dat niet.
3. Houd je mond dicht.
4. Luisteren doet groep 7 altijd heel goed.

Welke zinnen staan in de gebiedende wijs?
Er zijn twee goede antwoorden.

1. Schuif je stoel aan.
2. Zoek het uit.
3. Ik loop naar de maan.
4. Waar staat de doos?

Gebiedende wijs (bevelzin)

Een zin in de gebiedende wijs kan een bevel, een raad of een wens zijn. 

• ‘Zet het geluid zachter!’ (bevel) 
  
• ‘Neem je medicijnen in!’ (raad)
  
• ‘Geef me nog wat tijd’ (wens)
  

Zet de zin in de gebiedende wijs?
Jij gaat liggen.

Zet de zin in de gebiedende wijs:
Je fietst naar school.

Zet de zin in de gebiedende wijs:
Je neemt dat maar mee.

Kun jij het onkruid wieden?
...... het onkruid!

Kun je mij de weg wijzen?
...... me de weg!

Wat heb jij geleerd?

Ga aan het werk!

Spelling:  Blok 8, week 1 Les 4

Maak eerst opgave 1!

Maak daarna opgave 2!

Klaar, ga 20 x plussen!

Doe je best!