13 september

Wat doen we vandaag?
  • Meer over de ACI
  • Bepreken: vragen bij blz. 123 t/m 129.
  • Maken: vragen bij blz. 137 t/m 139.
  • Tekst 11A. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Meer over de ACI
  • Bepreken: vragen bij blz. 123 t/m 129.
  • Maken: vragen bij blz. 137 t/m 139.
  • Tekst 11A. 

Slide 1 - Slide

Het gebruik van de AcI
  • Waarom een ACI?
  • Om dat de Romeinen dingen zo effectief mogelijk willen zeggen. Vergelijk:
  • Petrus dicit, ut puella sonam audiret. 
  • Petrus puellam sonam audire dicit. 

Slide 2 - Slide

AcI met twee accusativi
  • Pas op met twee accusativi: de ene is de subjectsaccusativus, de andere de objectsaccusativus. 
  • Latona lapidem capit.
  • Petrus videt, ut Latona lapidem capiat. 
  • Petrus Latonam lapidem capere videt. 
  • Latona: subject => subjectsaccusativus in AcI.
  • lapidem: object => blijft object bij capere. 

Slide 3 - Slide

Troje; Venus; Aeneas. 
  • 1. Hector is gedood door Achilles.
  • 2. a. De Grieken vechten met de Trojanen in de stad; hier lijkt het alsof de Grieken voor de stad met de
    Trojanen vechten. 
  • b. De Grieken hebben kanonnen; 
  • de Grieken hebben middeleeuwse harnassen aan; 
  • de Grieken strijden met paarden.
  • In Troje staan kerktorens.

Slide 4 - Slide

Troje; Venus; Aeneas. 
  • 3. a. - Luister naar Hector
  • - Denk aan de familie, en red hen.
  • b. Aeneas krijgt een goddelijk teken: het vuur boven Ascanius’ hoofd.
  • c. Aeneas is de zoon van Venus.

Slide 5 - Slide

Troje; Venus; Aeneas. 
  • 4. a. ‘Ik smeek je, verlaat de stad!’
  • b. Het vuur boven Ascanius’ hoofd wordt geblust.
  • c. Hij bidt tot de goden of hij schrikt.
  • 5. Hector, Venus, Anchises, Creüsa.

Slide 6 - Slide

Troje; Venus; Aeneas. 
  • 6. 1. Het moment dat Aeneas Creüsa opnieuw ziet als schim.
  • 2. Het moment dat Hector aan Aeneas verschijnt in zijn droom, en Aeneas wordt herinnerd aan het
    overlijden van Hector.

Slide 7 - Slide

Dido en  Aeneas. 
  • 1. -
  • 2. a. Zij waarschuwt haar zoon Aeneas.
  • b. Deze pijl maakt Aeneas verliefd op Dido.
  • 3. Venus zorgt ervoor dat Dido verliefd wordt op Aeneas, hetgeen past bij haar functie als godin van de
    liefde. Mercurius is de bode van de goden, en in die hoedanigheid waarschuwt hij Aeneas.

Slide 8 - Slide

Dido en  Aeneas. 
  • 4. ‘De goden dwingen mij weg te gaan’.
  • 5. a. Hij vergeet zijn ‘plicht’, het stichten van een nieuwe stad, niet uit te voeren.
  • b. Hij is niet trouw aan zijn geliefde.
  • c.-
  • d. -

Slide 9 - Slide

Aeneas in Italië.
  • 1. a. Wanneer Aeneas wegvaart, vervloekt Dido Aeneas. Deze vervloeking is het begin van de vijandschap
    tussen Carthago en Rome (dat wordt gesticht door de nakomelingen van Aeneas). 
  • b. Zij wist al dat de nakomelingen van Aeneas haar geliefde Cartahgo zouden verwoesten.
  • 2. Rome ligt in de landstreek die Latium heet.

Slide 10 - Slide

Aeneas in Italië.
  • 3. a. Het ligt al vast dat Aeneas zal winnen.
  • b. Aeneas krijgt wapens van Vulcanus via zijn moeder Venus.
  • 4. O11 (het paard van Troje); O10 (Aeneas vlucht met vader en zoon); O9 (aankomst in Carthago); O8
    (de grotscène tussen Dido en Aeneas); O6 (Dido pleegt zelfmoord); O7 (de strijd tussen Aeneas en
    Turnus)

Slide 11 - Slide

Aan het werk. 
Lees bladzijde 137 t/m 139, en maak de vragen.
Deze kan je zelf controleren in Emma.

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Vertaal 11A, t/m zin 7. 

Lees de grammatica, blz. 148 en 149.


Slide 13 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 14 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 15 - Open question