2.3 De microscoop bk

Thema 2
De microscoop
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 2
De microscoop

Slide 1 - Slide

thema  2 organen en cellen
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
1:00
stopwatch
00:00
1c

Slide 2 - Slide

thema  2 organen en cellen
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00
1a

Slide 3 - Slide

pak nu je plenda
Zoek op: 
1a: wo 22-11
1c: wo 22-11

Slide 4 - Slide

volgende les 
lees blz. 92 t/m 95

maak opdracht 1 t/m 4

waar: blz 93 t/m 95

noteer dit in je plenda 
laat je plenda open op tafel liggen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wangslijmvliescellen

Slide 7 - Slide

bs 3 de microscoop
Je kunt
de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 8 - Slide

Wat is de functie van een microscoop?
Door het gebruik van een microscoop kun je hele kleine objecten die met het blote oog niet goed te zien zijn, bestuderen. De microscoop vergroot een object veel meer dan een loep.
Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 9 - Slide

Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 10 - Slide

Preparaat
Het gene wat je wilt bekijken onder de microscoop noem je een preparaat. Je kan ook zelf preparaten maken!
Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 11 - Slide

Het preparaat
Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 12 - Slide

Preparaat
Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 13 - Slide

Preparaten
Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 14 - Slide

objectief x
oculair
Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 15 - Slide

Vergroting berekenen
 formule: Oculair X Objectief
Voorbeeld: Oculair = 10x, Objectief = 40x
Hoeveel is de vergroting?
Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 16 - Slide

Vergroting berekenen
gegeven: Oculair = 10x, Objectief = 40x
gevraagd: Hoeveel is de vergroting?



Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 17 - Slide

Vergroting berekenen
gegeven: Oculair = 10x, Objectief = 40x
gevraagd: Hoeveel is de vergroting?
formule: oculair * objectief = vergroting


Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 18 - Slide

Vergroting berekenen
gegeven: Oculair = 10x, Objectief = 40x
gevraagd: Hoeveel is de vergroting?
formule: oculair * objectief = vergroting
berekening: 10 * 40=

Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 19 - Slide

Vergroting berekenen
gegeven: Oculair = 10x, Objectief = 40x
gevraagd: Hoeveel is de vergroting?
formule: oculair * objectief = vergroting
berekening: 10 * 40=
antwoord: vergroting is 400X
Je kunt de onderdelen van de microscoop benoemen
de functies benoemen
uitleggen wat een preparaat is
een vergroting van de microscoop uitrekenen

Slide 20 - Slide

Oculair = 5x, Objectief = 30x
Hoeveel is de vergroting?
Schrijf ook je berekening op!

Slide 21 - Open question

nu maken
lees blz. 92 t/m 95

maak opdracht 1 t/m 4

waar: blz 93 t/m 95

noteer dit in je plenda 
laat je plenda open op tafel liggen

Slide 22 - Slide

Welke organen zie je in de torso? Combineer de nummers met de juiste organen.
Bloedvat
Lever
Slokdarm
Dunne darm
Luchtpijp
Hart
Long
Dikke darm
Maag
nier

Slide 23 - Drag question

Jasmijn kijkt door haar microscoop. Haar oculair vergroot 10x en haar objectief 4x. Hoe vaak is haar beeld vergroot?
A
4x
B
10x
C
40x
D
400x

Slide 24 - Quiz

Waterpest is net als veel andere planten opgebouwd uit cellen, organen en weefsels. Deze delen verschillen in grootte en bouw. Wat is de juiste volgorde als je deze delen van een plant rangschikt van klein naar groot? sleep je antwoord naar V
cel - weefsel - orgaan 
cel - orgaan - weefsel 
orgaan - cel - weefsel 
orgaan - weefsel - cel 
weefsel - orgaan - cel 

Slide 25 - Drag question

Waarmee stel je de microscoop scherp
A
Eerst met de kleine schroef en dan met de grote schroef
B
Alleen met de grote schroef
C
Alleen met de kleine schroef
D
Eerste met de grote schroef en dan met de kleine schroef

Slide 26 - Quiz


nummer 6
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Slokdarm
D
Lever

Slide 27 - Quiz

Hoe heet het voorwerp wat je onder de microscoop gaat bekijken?
A
Het preparaat
B
Het dekglas
C
Het voorwerp glas
D
Een blad

Slide 28 - Quiz

Zet de onderdelen van groot naar klein 
1 is het grootst en 4 is het kleinst
1 groot
2
3
4 klein
orgaanstelsels
weefsels
organen
cellen

Slide 29 - Drag question

Waarvoor dient het oculair van een microscoop?
A
Hier vergroot je het preparaat
B
Hiermee stel je scherp
C
Hier pak je de microscoop vast
D
Hiermee regel je de hoeveelheid licht

Slide 30 - Quiz


Een long is:
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 31 - Quiz

met welk onderdeel kunnen we licht regelen bij microscoop
A
objectief
B
grote schroef
C
diafragma
D
revolver

Slide 32 - Quiz

Waarvoor is de revolver?
A
Om mee te schieten.
B
Om te wisselen van lens sterkte
C
Om te wisselen van oculair
D
Om te draaien met de microscoop.

Slide 33 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
dit is een.........

Slide 34 - Open question

Met welk onderdeel van de microscoop draai je een ander objectief met een grotere vergroting voor?
A
Oculair
B
Revolver
C
Tubus
D
Tafel

Slide 35 - Quiz

Evaluatie
  1. Wat ging goed?
  2. Wat kan beter ?
  3. Wat kan anders?

Slide 36 - Slide