4/10 3H/V het delend lidwoord /chapitre 5 bron D

le programme 
  1. Expliquer D la grammaire
  2. les exercices de lesson up
  3. faire ex 15+16

lesdoel: IK kan het delend lidwoorden toepassen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

le programme 
  1. Expliquer D la grammaire
  2. les exercices de lesson up
  3. faire ex 15+16

lesdoel: IK kan het delend lidwoorden toepassen

Slide 1 - Slide

het delend lidwoord/ l'article partitif

bestaat niet in het Nederlands.

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt dan krijg je in het Frans het delend lidwoord

Slide 2 - Slide

Een deel van alles: delend lidwoord
Dit zijn de delend lidwoorden: 

"een deel van"
du (de + le)
van de/het
de la
van de/het
de l'
van de/het
des (de + les)
van de 
Letterlijke betekenis
<--

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je nu het delend lidwoord?
du - de la - de l' - des : als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt (bijv. : koffie, appels, jongens, meisjes, kaas -> ... ?)

Maar: delend lidwoord wordt de/d' :
1. na ontkenning (il n' a pas de copains, hélas)
2. na hoeveelheidswoord (elle a mangé beaucoup de tartines au petit déjeuner)



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

welke vier delende lidwoorden zijn er dus in een gewone zin?
A
du, de la, des, de l'
B
de les, de la, de le, des
C
des, da, du , de l'
D
geen

Slide 9 - Quiz

na een ontkenning of een hoeveelheid krijg je ...... of ............

Slide 10 - Mind map

Maar let op ( extra regel) !

Na de werkwoorden aimer, préferer, adorer en détester
gebruik je le/la/les/l'!

  • Ik hou van thee
J'aime le thé.
  • Ik ben dol op pizza!
J'adore la pizza!
  • Ik heb een hekel aan bonen.
Je déteste les haricots

Slide 11 - Slide

Het delend lidwoord
Na werkwoorden van smaak (aimer / détester / adorer / préférer) komt altijd het lidwoord le, la, les, of l'.

Exemple: Nous préférons les pancakes aux crêpes 
Exemple: Sophie déteste le poisson.

Slide 12 - Slide

wanneer krijg je weer een gewoon lidwoord?
A
na een hoeveelheid
B
na een werkwoord met een gevoel
C
na een komma

Slide 13 - Quiz

je mange .......... frites

Slide 14 - Mind map

je mange 3 kilos ...........frites

Slide 15 - Mind map

je ne mange pas ............. frites

Slide 16 - Mind map

j'adore .......... frites!

Slide 17 - Mind map

Kies de juiste vorm van het delend lidwoord
A
j'achète de la beurre
B
j'achète du beurre
C
j'achète le beurre

Slide 18 - Quiz

Welk delend lidwoord?

Je mange ........ viande.
A
de
B
d'
C
du
D
de la

Slide 19 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Je mange ...... salade.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 20 - Quiz

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je bois ...... eau.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 21 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Je mange ...... frites.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 22 - Quiz

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je mange ...... soupe.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 23 - Quiz

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je mange ...... croissants.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 24 - Quiz

Vous avez compris ???

Slide 25 - Slide