3.3 Het hart

3.3   Het Hart
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.3   Het Hart

Slide 1 - Slide

Doelen deze les
3.3.5 Je kunt in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.
3.3.6 Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.

Het hart ligt in de borstholte, iets naar links onder het borstbeen. Een hart is ongeveer zo groot als een vuist.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hartkleppen

Het kloppen van je hart

Slide 14 - Slide

Hartklep open

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Open: 
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open

Slide 15 - Slide

Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 16 - Slide

Wat ga je doen?
Maak een begin met 3.3 (boek of laptop)
Kahoot mag ook!

Slide 17 - Slide

Morgen verder met Het Hart

Slide 18 - Slide

3.3 Het Hart

Herhalen 
en 
Opdrachten

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Welk van de volgende onderdelen van het bloed stromen door je hart?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
Alle 3 onderdelen

Slide 23 - Quiz

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplasma

Slide 24 - Quiz


Hoe loopt de kleine bloedsomloop
(heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 25 - Quiz

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 26 - Quiz

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 27 - Drag question

de aorta komt van ....
A
de linkerkamer
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
rechterboezem

Slide 28 - Quiz

De holle ader bevat bloed met...
A
veel zuurstof
B
weinig zuurstof

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Het hart krijgt ZELF zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta

Slide 31 - Quiz


Uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 32 - Quiz

Hoe heet het bloedvat dat bloed brengt naar de rechterboezem
A
holle slagader
B
holle ader
C
aorta
D
kransslagader

Slide 33 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
voedingsstoffen vervoeren

Slide 34 - Quiz

De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders

Slide 35 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Voedingsstoffen vervoeren

Slide 36 - Quiz


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

SO-tje
Volgende week 
maandag

3.1 + 3.2 + 3.3

Slide 39 - Slide