What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 35 (week 21 2022) M2 Modalverben Können, dürfen, müssen, wissen
Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 1 - Slide
Bitte, leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Anfang Kapitel 8: Aussehen
Logo schauen
Wortschatz
Grammatik: Modalverben
Slide 3 - Slide
zuerst.....les-/dagopening
ein Filmchen
Slide 4 - Slide
www.zdf.de
Slide 5 - Link
Lernziele:
je leert de eerste woorden die met 'eruit zien' te maken hebben;
je kunt uitleggen wat modale werkwoorden (Modalverben) zijn;
je leert hoe je de Modalverben können, dürfen, müssen en wissen moet vervoegen en dit ook toepassen in een zin.
Slide 6 - Slide
Kleidung.....
Noch ein Filmchen
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Modalverben
Slide 9 - Slide
Waarom leren we dit?
je moet de modale werkwoorden kennen omdat het veel voorkomende werkwoorden zijn
en omdat je er veel zinnen mee kunt maken
Slide 10 - Slide
modale werkwoorden
geven een extra, 'eigen' betekenis aan een zin
staan nooit alleen in een zin
je moet de rijtjes uit je hoofd leren!
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
de betekenis van de eerste 4 modale werkwoorden
dürfen = mogen, toestemming hebben
können = kunnen, in staat zijn
müssen = moeten, noodzakelijk zijn
(wissen) = weten
Slide 13 - Slide
können
dürfen
müssen
wissen
ich k
a
nn
ich d
a
rf
ich m
u
ss
ich w
ei
ß
du k
a
nnst
du k
a
nnst
du m
u
sst
du w
ei
ß
t
er/sie/es k
a
nn
er k
a
nn
er m
u
ss
er w
ei
ß
wir können
wir dürfen
wir müssen
wir wissen
ihr könnt
ihr könnt
ihr müsst
ihr wisst
sie/Sie können
sie/Sie können
sie/Sie müssen
sie/Sie wissen
Slide 14 - Slide
Wat valt op?
In het enkelvoud (ich, du, er/sie/es/man)
verandert de klank
!
de eerste persoon (
ich
) en de derde persoon(
er/sie/es/man
)
zijn gelijk en hebben GEEN uitgang
!
het meervoud gaat volgens de esttenten-regel.
Slide 15 - Slide
Even oefenen
pak je telefoon maar!
Slide 16 - Slide
Ich
Du
Er/ sie/ es
Wir
Ihr
Sie/ sie
kannst
kann
können
könnt
können
kann
Slide 17 - Drag question
Du ……. (können) gut kochen.
A
kann
B
können
C
könnt
D
kannst
Slide 18 - Quiz
Herr Lehrer, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt
Slide 19 - Quiz
Ihr (können) …… es nicht sehen.
Slide 20 - Open question
Ich (können) ……………. dir helfen.
Slide 21 - Open question
Ich
Du
Er/ sie/ es
Wir
Ihr
Sie/ sie
darfst
darf
dürfen
dürft
dürfen
darf
Slide 22 - Drag question
........ (dürfen) ich Musik hören?
A
Darf
B
Dürf
C
Darfe
D
Dürfe
Slide 23 - Quiz
Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet
Slide 24 - Quiz
Du (dürfen) ……… heute früher nach Hause gehen.
Slide 25 - Open question
Wir (dürfen) ……. es euch nicht sagen.
Slide 26 - Open question
sie/Sie
du
ich
wir
ihr
müssen
musst
muss
müsst
müssen
Slide 27 - Drag question
..... (müssen) ich da umsteigen?
A
müss
B
mass
C
müsse
D
muss
Slide 28 - Quiz
..... (müssen) ihr auch soviel Hausaufgaben machen?
A
müss
B
muss
C
müsst
D
musst
Slide 29 - Quiz
Er (müssen) …….. zeitig aufstehen.
Slide 30 - Open question
Wir (müssen) …….. heute noch Einkaufen machen.
Slide 31 - Open question
Ich
Du
er/ sie/ es
wir
Ihr
Sie / sie (2)
wissen
wisst
weißt
weiß
wissen
weiß
Slide 32 - Drag question
Ich (wissen) ... wo du wohnst!
A
wiss
B
wisse
C
weiß
D
weiße
Slide 33 - Quiz
Er (wissen) …….. noch nicht so viel.
Slide 34 - Open question
(Wissen) ... ihr wie spät es ist?
A
wissen
B
wisst
C
weiß
D
weißt
Slide 35 - Quiz
Wieso (wissen) …….. du nicht was du machen willst?
Slide 36 - Open question
An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was: mache Aufgaben 17, 18, 19, (Seiten 79-80)
Wie: selbstständig
Hilfe: die Grammatik auf Seite 78
Zeit: 20 Minuten
Fertig? begin aan opdracht 21, 22, 23 en 24 (Seite 80-81)
Slide 37 - Slide
Heb ik de leerdoelen behaald?
heb ik al woorden die met 'eruit zien' te maken hebben geleerd?
kun je uitleggen wat modale werkwoorden (Modalverben) zijn?
kun je de Modalverben können, dürfen, müssen en wissen moet vervoegen en dit ook toepassen in een zin?
Slide 38 - Slide
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles
B
Ik snap het redelijk goed
C
Ik snap het een beetje
D
Ik snap het niet
Slide 39 - Quiz
Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!
Slide 40 - Slide
Huiswerk
HAUSAUFGABEN:
MAKEN:
Hoofdstuk 8 opdracht 21, 22, 23 en 24 (Seite 80-81)
Slide 41 - Slide
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 42 - Slide
Bitte, leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!
Slide 43 - Slide
Stunde 2
Mediendossier
Slide 44 - Slide
Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!
Slide 45 - Slide
More lessons like this
instructie modale hulpwerkwoorden
March 2024
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Modalverben und wissen
October 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Les 18
April 2024
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO Modale werkwoorden
October 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
13.11. modal hww
November 2023
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Kap 8 A Modalverben können, dürfen, müssen, wissen
April 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
20.11. Modalverben, Schreiben E
November 2023
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Kap 8 A Modalverben können, dürfen, müssen, wissen
October 2024
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1