Semana 20 Lección 1 y 2

¡BIENVENIDOS!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

¡BIENVENIDOS!

Slide 1 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ... repetimos el vocabulario de la familia y los pronombres posesivos herhalen we de woorden voor de familieleden en de bezittelijke voornaamwoorden
2. ... describimos a una persona de nuestra familia 
beschrijven we een persoon uit onze familie 

Slide 2 - Slide

Hoe was je meivakantie??
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Wat heb je gedaan
in de meivakantie?

Slide 4 - Mind map

Weet je dit (nog)?

Slide 5 - Slide

¡Vamos a repetir!
We gaan de woorden voor de familieleden herhalen en de bezittelijke voornaamwoorden.
Je mag je woordenlijst als hulp gebruiken en je LT p. 58 A.

Slide 6 - Slide

vader =
A
madre
B
tío
C
padre
D
hermano

Slide 7 - Quiz

tante =
A
hermana
B
tía
C
tío
D
madre

Slide 8 - Quiz

opa =
A
abuelo
B
tío
C
nieto
D
primo

Slide 9 - Quiz

mijn =
A
tus
B
su
C
nuestro
D
mi

Slide 10 - Quiz

onze =
A
mis
B
nuestro
C
vuestra
D
sus

Slide 11 - Quiz

zijn =
A
mi
B
tus
C
vuestra
D
su

Slide 12 - Quiz

mijn broer =

Slide 13 - Open question

mijn zussen =

Slide 14 - Open question

onze tante =

Slide 15 - Open question

zijn ouders =

Slide 16 - Open question

PO Mi familia

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Describe a una persona de tu familia
LT p. 53 ej. 5
Kies één van jouw familieleden. Beschrijf hem of haar.

- naam
- wat is hij/zij van jou
- leeftijd
- karakter
- uiterlijke kenmerk

Slide 19 - Slide

Deberes Huiswerk
Beschrijf jouw familielid aan de hand van de genoemde punten (naam, wat is hij/zij van jou, leeftijd, karakter, 
uiterlijke kenmerk). 

Slide 20 - Slide

¡Hasta luego!

Slide 21 - Slide

¡BIENVENIDOS!

Slide 22 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo a describir una casa (habitaciones, muebles...) leer ik een huis beschrijven (kamers, meubels, etc.)
2. ...aprendo a usar 'hay' y 'no hay' leer ik zinnen maken met 'er is/zijn' en 'er is/zijn geen'


Slide 23 - Slide

Describe a una persona de tu familia
Huiswerk voor vandaag:
Kies één van jouw familieleden. Beschrijf hem of haar.

- naam
- wat is hij/zij van jou
- leeftijd
- karakter
- uiterlijke kenmerk

Slide 24 - Slide

Describe a una persona de tu familia
Voorbeeld:

Tengo una hermana.
Se llama Brenda.
Tiene 49 años.
Es muy simpática.
Es bajita y tiene el pelo rubio.

Slide 25 - Slide

Habitaciones Kamers

Bekijk LT p 54 ej. 1. Zoek in de woordenlijst de Spaanse woordjes voor de zes kamers die je ziet bij opdracht 1. Noteer daarna de kamers die je ziet.

timer
2:00

Slide 26 - Slide

Describir tu casa Je huis beschrijven
Hay = er is / er zijn                     

Vivo en Delfzijl.                                  Ik woon in Delfzijl.
Vivo en una casa grande.             Ik woon in een groot huis.
En mi casa hay una cocina.        In mijn huis is er een keuken.
En mi casa hay 4 dormitorios.  In mijn huis zijn er 4 slaapkamers.

Slide 27 - Slide

Describir tu casa Je huis beschrijven
No hay = er is geen/ er zijn geen                     

En mi casa no hay una piscina.  In mijn huis is er geen zwembad.
En mi casa no hay ratones.          In mijn huis zijn er geen muizen.

Slide 28 - Slide

Describir tu casa
Hay una habitación.
Hay dos habitaciones.

Hay una cama en la habitación.
También hay una silla.

Slide 29 - Slide

Describir tu casa
Hay un cuarto de baño.

Slide 30 - Slide

Describir tu casa
Hay una cocina.

Slide 31 - Slide

Describir tu casa
Hay un salón.

Slide 32 - Slide

Describir tu casa
Hay un balcón.

Slide 33 - Slide

Describir tu casa
Hay una piscina.

Slide 34 - Slide

Describir tu casa
Hay un jardín.

Slide 35 - Slide

Describir tu casa
Hay una ventana.
Hay dos ventanas.
Hay muchas ventanas.

Slide 36 - Slide

Describir tu casa
No hay ventanas.

No hay piscina.

Slide 37 - Slide

Deberes Huiswerk
- Maken: LE p 53-56 ejs 3, 4, 8 (+ nakijken!)
- Maken: PO eis 1 t/m 4 (zowel havo als vwo)
- Leren: woordenlijst "Las habitaciones de la casa" +
"Los muebles"   


Slide 38 - Slide

¡Hasta luego!

Slide 39 - Slide