This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Oefenen met de brief.
Slide 1 - Slide
Hoe geef je het onderwerp aan?
A
Onderwerp:
B
Deze brief gaat over:
C
Betreft:
D
Het onderwerp hoef je niet aan te geven.
Slide 2 - Quiz
Wat is de juiste aanhef bij een zakelijke brief?
A
Beste
B
Hallo
C
Geachte
D
Geen
Slide 3 - Quiz
Wat schrijf je in de inleiding?
Slide 4 - Mind map
Waaraan zie je dat een nieuwe alinea begint?
A
Het eerste woord van de zin wordt met hoofdletters geschreven.
B
Er staat een witregel boven.
C
Het eerste woord is altijd 'u'.
D
Het eerste woord is altijd 'ik'.
Slide 5 - Quiz
Je hebt een laptop ZRC-96 gekocht en hebt hierover een klacht. Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt. wat schrijf je achter het woord betreft
Slide 6 - Open question
Je hebt twee weken gelden een refurbished iPhone 14 gekocht. Als je een foto maakt, valt hij uit. Wat zet je als onderwerp achter het woord betreft?
Slide 7 - Open question
Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
En bedankt
Slide 8 - Quiz
iPhone14 € 820
Je hebt twee weken gelden een refurbished iPhone 14 gekocht.
Als je een foto maakt, valt hij uit.
Slide 9 - Slide
Schrijf de eerste alinea van je klachtenbrief. Stel jezelf voor (naam en woonplaats), benoem wanneer je jouw telefoon hebt gekocht en schrijf op waarom je de brief schrijft.
Slide 10 - Open question
Schrijf de kern van je brief. Benoem wat er mis is.
Slide 11 - Open question
Schrijf de afsluiting van je brief. Benoem wat je graag wil.
Slide 12 - Open question
Wat verwacht je van de verkoper? Bedenk twee oplossingen