HERHALING

Lesinhoud
herhaling hoofdstuk 3
vragen stellen
Maken voorbeeld sommen
Terugkoppeling
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lesinhoud
herhaling hoofdstuk 3
vragen stellen
Maken voorbeeld sommen
Terugkoppeling

Slide 1 - Slide

3.1
Je weet het verschil tussen een evenredig en een omgekeerd evenredig verband. Je herkent de grafiek en de formule.

Bekijk de stukje theorie goed!
blz. 119
blz. 121

Slide 2 - Slide

instructie
evenredig:
rechte lijn door de oorsprong
begingetal 0
formule H=getal x variabele
twee keer zo groot, twee keer zo groot
omgekeerd evenredig:
hyperbool
twee keer zo groot, twee keer zo klein
variabele x H= getal of met breuk

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

3.2
Zorg dat je de verschillende soorten grafieken kan herkennen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

3.3
Wanneer is een formule gelijkwaardig? Je weet hoe je dit kan berekenen.

Slide 8 - Slide

instructie
twee formules gelijkwaardig?

minimaal 2 proberen!!! (examenregel)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

3.4
Je kan een vergelijking oplossen op een van de 3 manieren:
grafieken
balansmethode
inklemmen

Slide 11 - Slide

instructie
grafieken:
maak tabel met drie punten (lijn) of vijf punten (bv. Parabool)
lees coordinaten af uit tabel
teken de grafiek (twee 'lijnen')
snijpunt
(controleren met inklemmen)
Als het een bepaalde hoeveelheid moet worden -> gelijkstellen aan die hoeveelheid


Slide 12 - Slide

instructie
Balansmethode:
stel de vergelijkingen gelijk door = ertussen te zetten
aan de rechterkant geen variabelen
aan de linkerkant geen losse getallen
delen door het getal dat voor de variabele staat

Als het een bepaalde hoeveelheid moet worden -> gelijkstellen aan die hoeveelheid

Slide 13 - Slide

instructie
Inklemmen:
als: grafieken niet beschikbaar of onnauwkeurig
bij vergelijkingen met machten en deelstrepen

via schema -> overzichtelijk
altijd meerdere (min 3) proberen en het goede antwoord ook echt inklemmen -> erboven en beneden

Als het een bepaalde hoeveelheid moet worden -> gelijkstellen aan die hoeveelheid

Slide 14 - Slide

Oefenen
Maak

diagnostische toets: 1 t/m 9
herhaling: 1 t/m 7 (samen bespreken)

Slide 15 - Slide