Herhalen H4 - Grafieken en vergelijkingen

Grafieken en vergelijkingen
Stijgen en dalen...

(Bicoinspot.nl)
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Grafieken en vergelijkingen
Stijgen en dalen...

(Bicoinspot.nl)

Slide 1 - Slide

Herhaling H4
We gaan het hele hoofdstuk samenvatten

Slide 2 - Slide

Ik weet wat een evenredig en omgekeerd evenredig verband is en wat het verschil is.
Ik weet dat bij een omgekeerd evenredig verband een hyperbool hoort
Ik weet dat bij een evenredig verband de lijn door de oorsprong gaat en een rechte lijn is


lesdoel:
(Bicoinspot.nl)

Slide 3 - Slide

De grafieken






         evenredig verband                    omgekeerd evenredig verband

Slide 4 - Slide

H4.1 - Omgekeerd evenredig verband.

 Wordt de variabele boven 2 keer zo groot, dan wordt de variabele onder 2 keer zo klein. 

Formule= Getal : variabele
In dit geval:
H= 60 : t
Altijd  hyperbool grafiek!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Evenredig verband.
 
Wordt de variabele boven 2 keer zo groot, dan wordt hij onder ook 2 keer zo groot. 

Formule = Getal x variabele.
In dit geval: 
H= 30t
Altijd lineaire grafiek door de oorsprong (0,0)!

Slide 7 - Slide

Evenredig
  1. vergelijkbaar met lineair verband
  2. Evenredigverband gaat door Oorsprong.
  3. rechte lijn als grafiek
  4. Beiden variabele stijgen.
  5. Kan starten bij variabele 0
Onevenredig
1. Hyperbool als grafiek
2. Raakt nooit de y- en x-as
3. 0  als variabele kan niet worden berekend.
4. formule met deelstreep
5. stijgt de ene variabele dan wordt de andere variabele minder.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

wat voor verband is dit?
A
lineair verband stijgend
B
evenredig verband
C
lineair verband dalen
D
onevenredig verband

Slide 10 - Quiz

wat voor verband is dit?
A
lineair verband stijgend
B
evenredig verband
C
lineair verband dalen
D
onevenredig verband

Slide 11 - Quiz

wat voor verband is dit?
A
lineair verband stijgend
B
evenredig verband
C
lineair verband dalend
D
onevenredig verband

Slide 12 - Quiz

wat voor verband is dit?
A
lineair verband stijgend
B
evenredig verband
C
lineair verband dalen
D
onevenredig verband

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

H4.2 Allerlei verbanden en grafieken. 
Trapjesgrafiek en stippengrafiek.
H 4.2      Allerlei verbanden en grafieken
Deze grafieken moet je kunnen herkennen en de eigenschappen van de verbanden kennen!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

- ik kan uitzoeken welke formules gelijkwaardig zijn.
- ik kan met behulp van de balansmethode en de inklemmethode vergelijkingen oplossen.
lesdoel:
(Bicoinspot.nl)

Slide 17 - Slide

H4.3  Gelijkwaardige formules

Slide 18 - Slide

gelijkwaardig?

prijs = 15 + 2 x aantal


en


aantal =           prijs - 15

                            ---------------

                           2





Slide 19 - Slide

Stappenplan gelijkwaardige formules

  • in 1e formule aantal invullen  => antwoord is prijs


  • in 2e formule prijs invullen -> antwoord = aantal 

  • zijn getallen in  formules dezelfde? -> gelijkwaardig


  • Nog één proberen! -> altijd twee proberen!

Slide 20 - Slide

H4.4 - Vergelijkingen oplossen
Een vergelijking is op 3 manieren op te lossen:


  1. Met de balansmethode
  2. Met een grafiek (als die er is of als je die kunt maken)
  3. Met inklemmen

Slide 21 - Slide

Hoe zat het ook alweer? 
1. Balansmethode

Slide 22 - Slide

4b + 12           = 36
Zie de vergelijking als een balans (een weegschaal)

Slide 23 - Slide

De balansmethode
Welke vergelijking hoort bij deze balans?
Los de vergelijking op. 
Vergelijking
  • 3x + 5 = 10 
Oplossing
  • 3x + 5 = 10 
  • 3x = 5
  •   x = 5/3
  •   x = 1  2/3

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Oplossen met grafieken

Slide 26 - Slide

Wat willen we nu eigenlijk weten?
Welk getal moet ik invullen zodat er bij allebei hetzelfde antwoord uit komt? 

Slide 27 - Slide

Vergelijking oplossen  met grafieken
 We zoeken het punt (x,y) waarbij beide grafieken 'gelijk' zijn, dus door het zelfde punt (coördinaat) uitkomen. 

Dit noemen we het snijpunt van 2 grafieken. 

De 'x' vind je door lijn naar x-as te trekken en de 'y' vind je door het invullen van de gevonden 'x' in de formule.
Snijpunt
Hier kan ik zien na hoelang werken ze allebei evenveel verdienen. 

Slide 28 - Slide

Type opgaven / vragen

1) Wat betaal ik als ik 30 minuten heb gebeld? En mijn collega? 

2) Wanneer betalen mijn collega en ik evenveel
Ik heb een telefoon abonnement waarbij ik de volgende formule heb om de kosten uit te rekenen: 

          Kosten in €= 1 0 + 0,50t 
          t = de beltijd in minuten

Mijn collega heeft ook een telefoon abonnement en die berekent haar kosten met de volgende formule:

            Kosten in €= 12 + 0,25t
              t = de beltijd in minuten.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Inklemmen. 
Oplossen met inklemmen
1.
2.
Soms zijn vergelijkingen op meerder manieren op te lossen. Kijk maar:

Slide 31 - Slide

Inklemmen:
Getallen invullen op de plek van de k tot je bij het gewenste antwoord (100) bent.
Balansmethode:
  Los op:  
 -25   25+0,5k = 100   -25
          0,5k = 75
: 0,5.       k = 150.        : 0,5
k=10 --> 25 +(0,5x10)  = 30 (te weinig)
k=50--> 25+(0,5x50)  = 50 (te weinig)
k=100-->25+(0,5x100)= 75 (te weinig)
...
k=150 --> 25+(0,5x150)=100!! 
oplossing:   k = 150

Slide 32 - Slide

Inklemmen gebruik je ook vaak bij het zoeken naar          
snijpunten in een grafiek van verschillende soorten verbanden
(bv. kwadratisch en lineair)
Uitwerking

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Aan de slag
Maak de diagnostische toets!

Slide 35 - Slide