5.4 Hoeken tekenen en gezichtsvelden

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 5; lijnen en hoeken

Hoe noem je de lijn waar de pijl naar wijst?

1. rechte hoek
2. rechte lijn
3. loodhoek
4. (ingebouwde ) loodlijn

Hoe heet dit?
En wat kan je ermee?

De evenwijdige lijnen zijn

1. c en d
2. a en b
3. c en e
4. d en e

loodlijn en middelloodlijn

Waaraan herken je een loodlijn ?

1. Streepjes
2. Pijltjes
3. Rechtehoekteken
4. Kruisjes

Lijn n en lijn l zijn ...

1. Loodlijnen
2. Deellijnen
3. Evenwijdige lijnen
4. Lijnstukken

Met welke tekens kun je aangeven dat je te maken hebt met
evenwijdige lijnen ?

1. Streepjes
2. Pijltjes
3. Rechtehoekteken
4. Kruisjes

Is hier de middelloodlijn getekend?

1. Ja
2. Nee

Is hier de middelloodlijn getekend?

1. Ja
2. Nee

Hoek C is
een ........... hoek

1. Stompe
2. Scherpe
3. Rechte
4. Gestrekte

Wat voor hoek is hoek B?

1. Scherpe hoek
2. Stompe hoek
3. Rechte hoek
4. Geen idee

Wat voor hoek is hoek A?

1. Scherpe hoek
2. Stompe hoek
3. Rechte hoek
4. Geen idee

Wat is hoek E voor een hoek

1. Gestrekte hoek
2. Rechte hoek
3. Inspringende hoek
4. Volle hoek

Wat is hoek D voor een hoek

1. Gestrekte hoek
2. Rechte hoek
3. Inspringende hoek
4. Volle hoek

Welke hoek is
groter? hoek A1
of hoek A2?

1. A1
2. A2
3. Weet ik niet
4. Ze zijn even groot

Alle hoeken op een rijtje.

Aan de slag

Let op! Volgende week toets H5

BBL:

paragraaf 5.4 som 39,40,41,43,45,46,47,49,50,53

KBL en TL:

paragraaf 5.4 som 44,45,46,47,48,51,54,55,58,59