This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Rangtelwoorden geven de volgorde aan: eerste, tweede, derde
Bijvoorbeeld:
I am the fourth in line
I got seventh place!
De meeste getallen krijgen th aan het eind.
Let op bij de volgende rangtelwoorden
1 > One > First
2 > Two > Second
3 > Three > Third
5 > Five > Fifth