4 Havo Exponentiele groei

1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke uitspraak hoort bij factor 1,25
A
Het is met 125% gedaald
B
Het is met 125% gestegen
C
Het is met 25% gedaald
D
Het is met 25% gestegen

Slide 2 - Quiz

De prijs neemt met 12% toe. Welke factor hoort hierbij?
A
12
B
0,12
C
1,12
D
0,88

Slide 3 - Quiz

Welke uitspraak hoort bij factor 0,7
A
Het is met 3% gedaald
B
Het is met 3% gestegen
C
Het is met 30% gedaald
D
Het is met 30% gestegen

Slide 4 - Quiz

De prijs neemt met 12% af. Welke factor hoort hierbij?
A
12
B
0,12
C
1,12
D
0,88

Slide 5 - Quiz

Exponentiele groei
Als de toename of afname gelijk is. 
Dan noemen we dat lineaire groei als er elke keer evenveel bijkomt of afgaat.
Dan noemen we dat exponentiele groei als het elke keer met hetzelfde getal vergroot of verkleind wordt. 

Slide 6 - Slide

Exponentiele groei
aantal
0
1
2
3
bedrag
10 
8
6
4
aantal
0
1
2
3
bedrag
10 
5
2,5
1,25
- 2
x 0,5
: 2

Slide 7 - Slide

Exponentiele groei
aantal
0
1
2
3
bedrag
10 
12
14
16
aantal
0
1
2
3
bedrag
10 
20
40
80
+ 2
x 2

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Tabellen bij exponentiele groei

Het herkennen van exponentiële groei bij een tabel:

1. Bereken voor even lange tijdsintervallen de groeifactor

      


2. Verschillen de uitkomsten weinig, dan mag je uitgaan van exponentiële groei.

Voorbeeld:



500:320 = 1,5625

780:500=1,56

1223:780=1,5679...

1899:1223=1,55273...

2960:1899=1,5587...

g=oudnieuw

Slide 11 - Slide

Einde uitleg...
Aan de slag met 4 Havo 1

Huiswerk voor vrijdag 4 december 1e lesuur: 
mk havo1

Slide 12 - Slide