This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom V3A!
Taalverzorging 1, 2 en 3
Slide 1 - Slide
Programma
Leerwerkcheck taalverzorging 1, 2 en 3
Nakijken huiswerkopdrachten 2, 3, 5 en 7
Oefenen voor de toets van donderdag
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Slide
Bij welke woorden moet je extra opletten met betrekking tot de spellingcontrole?
A
bijvoeglijke naamwoorden
B
homoniemen
C
samenstellingen
D
synoniemen
Slide 3 - Quiz
Welke foute formulering ziet de spellingcontrole niet?
A
incongruentie
B
samengestelde zinnen
C
beknopte bijzin
D
samentrekking
Slide 4 - Quiz
Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.
Wordt jij nou nooit eens moe van al dat gamen?
Slide 5 - Open question
Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.
Ik zou niet naar die auto garage gaan, ze leveren daar slechte service.
Slide 6 - Open question
Tot welke categorie behoort het stijlfiguur repetitio?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
spot
D
tegenstellingen en ontkenningen
Slide 7 - Quiz
Tot welke categorie behoort het stijlfiguur ironie?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
spot
D
tegenstellingen en ontkenningen
Slide 8 - Quiz
Tot welke categorie behoort het stijlfiguur hyperbool?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstellingen en ontkenningen
D
spot
Slide 9 - Quiz
Tot welke categorie behoort het stijlfiguur litotes?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstellingen en ontkenningen
D
spot
Slide 10 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Ik heb het bed, de kamer en het huis verlaten.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
tricolon
D
climax
Slide 11 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Ik ben in een seconde terug.
A
understatement
B
repetitio
C
anafoor
D
hyperbool
Slide 12 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Wij bieden de grootste cadeaus voor de kleinste prijzen aan.
A
antithese
B
paradox
C
litotes
D
retorische vraag
Slide 13 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Dat was niet erg slim van je!
A
antithese
B
paradox
C
litotes
D
retorische vraag
Slide 14 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Naarmate de kennis toeneemt, weet men steeds minder.
A
antithese
B
paradox
C
litotes
D
chiasme
Slide 15 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Daar ben ik niet blij mee.
A
sarcasme
B
litotes
C
repetitio
D
anticlimax
Slide 16 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Hebben we u ooit de verkeerde kant op gestuurd?
A
retorische vraag
B
paradox
C
litotes
D
antithese
Slide 17 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Voetballen is simpel. Het moeilijkste wat er echter is, is simpel voetballen.
A
antithese
B
paradox
C
litotes
D
chiasme
Slide 18 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Specialist: "Eerst het goede nieuws: er zal een ziekte naar u genoemd worden."
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme
Slide 19 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Je hebt je zaken wel goed geleerd, moet ik zeggen!
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme
Slide 20 - Quiz
Welk stijlfiguur?
Je bent helemaal klaar voor het Eurovisiesongfestival.
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme
Slide 21 - Quiz
Opdracht 2, 3 en 5
Antwoorden
Slide 22 - Slide
Opdracht 7 De gemeente Amsterdam gebruikte lange tijd een stijlfiguur als slogan voor de stad. Dit stijlfiguur heet een apokoinou. Leg met behulp van de foto uit wat een apokoinou is.