Samenvatting van de belangrijkste regels:
1. Enkelvoudige onderwerpen nemen enkelvoudige werkwoorden.
2. Meervoudige onderwerpen nemen meervoudige werkwoorden.
3. Collectieve zelfstandige naamwoorden zoals "team" of "committee" nemen meestal enkelvoudige werkwoorden als ze als één eenheid worden gezien.
4. Bij onderwerpen met "either...or" of "neither...nor" stemt het werkwoord overeen met het zelfstandig naamwoord dat het dichtstbij staat.
5. Onbepaalde voornaamwoorden zoals "everyone" en "someone" zijn enkelvoud en nemen enkelvoudige werkwoorden.