L'adjectif qualificatif

L'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord

Wat is dat eigenlijk?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

L'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord

Wat is dat eigenlijk?

Slide 1 - Slide

Een bijvoeglijk
naamwoord is...

Slide 2 - Mind map

C'est ça!
Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord (personen/voorwerpen/plaatsen/etc.)

Un grand garçon (m) - een leuke jongen
Une grande voiture (v) - een leuke auto
Deux grands garçons  - twee grote jongens
Deux grandes voitures - twee grote auto's

Slide 3 - Slide

Former un adjectif qualificatif
Hoe maak je nou een bijv.nw in het Frans?
Ook zo'n woord past zich weer aan het zelfst.nw aan:

Un joli garçon - een leuke jongen                            (+ niks)
Une jolie fille - een leuk meisje                          (+e)
Deux jolis garçons - twee leuke jongens       (+s)
Deux jolies filles - twee leuke meisjes              (+es)

Slide 4 - Slide

Dus, de standaard regel:
Bij mannelijk enkelvoud: + niks   (grand)
Bij vrouwelijk enkelvoud: +e          (grande)
Bij mannelijk meervoud: +s           (grands)
Bij vrouwelijk meervoud: +es        (grandes)

Slide 5 - Slide

Vul de goede vorm van het bijv.nw in:

La fille est _______ (petit)
A
Petit
B
Petite
C
Petits
D
Petites

Slide 6 - Quiz

Vul de goede vorm van het bijv.nw in:

Les policiers (m) sont ________ (grand)
A
Grand
B
Grande
C
Grands
D
Grandes

Slide 7 - Quiz

Vul de goede vorm van het bijv.nw in:

Une _________ élève (jeune)
A
Jeune
B
Jeunee
C
Jeuns
D
Jeunes

Slide 8 - Quiz

Let op!
Eindigt de standaard vorm (mannelijk ev.) al op een -e, dan komt er GEEN EXTRA -e bij de andere vormen!!!

Un jeune garçon
Une jeune fille
Deux jeunes frères
Deux jeunes soeurs

Slide 9 - Slide

Au travail:
Ga hier nou eens mee aan de slag en maak de werkdoelen:

  • Des personnes intéressantes
  • L'adjectif (werkdoel volgende week)

Slide 10 - Slide