Grammatica H1 les1 - 2M1

di. 17 dec. - 3C - 2e uur
Lesdoel: aan het einde van de les weet je weer hoe je een zin in zinsdelen moet ontleden.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

di. 17 dec. - 3C - 2e uur
Lesdoel: aan het einde van de les weet je weer hoe je een zin in zinsdelen moet ontleden.

Slide 1 - Slide

di. 17 dec. - 3C - 2e uur
  • Opfrissen en herhalen zinsontleding
  • Oefenen
  • Voorlezen kort kerstverhaal 

Slide 2 - Slide

ma. 7 dec. - 2m1 - 5e uur
- Kennis opfrissen over ontleden in zinsdelen
- Oefenen met ontleden in zinsdelen
- Lezen in je leesboek

Slide 3 - Slide

Welke zinsdelen ken je?

Slide 4 - Mind map

Welk zinsdeel zoek je als eerste?

Slide 5 - Mind map

Wat doe je als tweede?

Slide 6 - Mind map

Welk zinsdeel zoek je als derde?

Slide 7 - Mind map

Welk zinsdeel zoek je als vierde?

Slide 8 - Mind map

Welk zinsdeel zoek je als vijfde?

Slide 9 - Mind map

Stappenplan ontleden
  1. Zoek de persoonsvorm (pv)
  2. Verdeel de zin in zinsdelen
  3. Zoek het onderwerp (ow)
  4. Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg)
  5. Zoek het lijdend voorwerp (lv)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Zelfstandig werken
- Maak opdr. 1 op blz. 28
    --> Schrijf de zinnen helemaal over.
    --> Onderstreep de pv.
    --> Verdeel de zinnen in zinsdelen.
- Maak opdr. 2 op blz. 29
    --> Geef aan of de onderstreepte woorden één zinsdeel zijn.
    --> Noteer 'ja' of 'nee' en schrijf erbij waarom wel of niet.

Slide 12 - Slide

Zelfstandig werken
Maak de opdracht 
  1. Waarschijnlijk mag ik zaterdag op mijn nichtje passen.
  2. De reuzenpompoen uit Barts tuin heeft zaterdag bij de openbare verkoop 150 euro opgeleverd.
  3. Op de open dag van de luchtmacht lieten de stuntvliegers een fantastische show zien.
  4. De Orange Angels speelden gisteren een thuisduel in Amsterdam.
  5. William fietst elke dag fluitend vijftien kilometer naar school.

Slide 13 - Slide

Hoe vind je de zinsdelen?
  • PV --> Maak de zin vragend. Het woord dat vooraan in de zin staat is de pv
  • verdelen in zinsdelen --> alle woorden die samen vóór de pv kunnen staan vormen één zinsdeel, neem het zinsdeel zo groot mogelijk
  • OW --> Stel de vraag: wie/wat + PV?
  • WG --> alle werkwoorden uit de zin
  • LV --> Stel de vraag: wie/wat + PV + OW + andere WW?
  • MV --> Stel de vraag: aan/voor wie + PV + OW + LV + andere WW?
  • BWB --> alle zinsdelen die overblijven

Slide 14 - Slide

Opdracht
1. Waarschijnlijk /mag/ ik /zaterdag/ op/ mijn nichtje /passen
  1. pv = mag
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = ik
  4. wg = mag (op)passen
  5. lv = mijn nichtje

Slide 15 - Slide

Opdracht
2. De reuzenpompoen uit Barts tuin/ heeft /zaterdag /de openbare verkoop /150 euro /opgeleverd
  1. pv = heeft
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = De reuzenpompoen uit Barts tuin
  4. wg = heeft opgeleverd
  5. lv = 150 euro

Slide 16 - Slide

Opdracht
3. Op de open dag van de luchtmacht /lieten/ de stuntvliegers /een fantastische show /zien
  1. pv = lieten
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = de stuntvliegers
  4. wg = lieten zien
  5. lv = een fantastische show

Slide 17 - Slide

Opdracht
4. De Orange Angels /speelden /gisteren /een thuisduel /in Amsterdam
  1. pv = speelden
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = De Orange Angels
  4. wg = speelden
  5. lv = een thuisduel

Slide 18 - Slide

Opdracht
5. William /fietst/ elke dag /fluitend/ vijftien kilometer/ naar school
  1. pv = fietst
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = William
  4. wg = fietst
  5. lv = vijftien kilometer

Slide 19 - Slide

Bespreken
opdracht 1 + 2 blz. 28-29

Slide 20 - Slide

Ga lekker lezen in je boek!
Huiswerk voor morgen: meenemen boek, schrift en leesboek
& lief zijn voor mevrouw Hulst

Slide 21 - Slide

Ga lekker lezen in je boek!

Slide 22 - Slide