Klas 2D Spelling 17-03-2021 1e lesuur

H4 Spelling
Terugblik: bezittelijke en persoonlijke voornaamwoorden
We gaan nog even oefenen!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

H4 Spelling
Terugblik: bezittelijke en persoonlijke voornaamwoorden
We gaan nog even oefenen!

Slide 1 - Slide

Doel
In deze les leer je: 
 - het afbreekstreepje te gebruiken
- werkwoordspelling


Slide 2 - Slide

Wat weet je al?
  • lw, bn, zn, ww, 
  • persoonlijk voornaamwoord
           * kan onderwerp zijn (ik, je, u, wij, we, jullie, zij)
           * of ander zinsdeel (mij, me, jou, je, u, hem, haar, ons, jullie            ze, hen, hun)
           * Check of je het woord kan vervangen door een naam       

Slide 3 - Slide

vul bezittelijke voornaamwoorden in

Slide 4 - Mind map

Zijn deze oorbellen van haar?

'haar' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 5 - Quiz

Benoem in de volgende zin de woordsoort van 'jullie.'

Dat was jullie beslissing.
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 6 - Quiz

Benoem in de volgende zin de woordsoort van 'jullie.'

Dat huis is toch van jullie?
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 7 - Quiz

Benoem in de volgende zin de woordsoort van ons(1) en ons(2).

De taxichauffeur bracht ons(1) naar ons(2) hotel.
A
ons(1)= persoonlijk vnw. ons(2)= bezittelijk vnw.
B
ons(1)= bezittelijk vnw. ons(2)=persoonlijk vnw.

Slide 8 - Quiz

Alle bezittelijk voornaamwoorden op een rijtje

mijn, m'n
je, jouw, uw
zijn, z'n, haar
ons, onze
jullie
hun

Slide 9 - Slide

Spelling - apostrof

Slide 10 - Slide

1. Om een verkeerde uitspraak te voorkomen:
Na a, e, i, o,u en y
pizza    -    pizza's
ski     -    ski's
foto     -     foto's
baby     -     baby's

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is het meervoud van lolly?
A
lollies
B
lollys
C
lolly's

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van café?
A
cafés
B
café's

Slide 14 - Quiz

Hoe geef je aan dat het boek van Anita is?
A
Anita's boek
B
Anitas boek

Slide 15 - Quiz

Zelf aan de slag!
Maak opdracht 5, blz. 177

Slide 16 - Slide