What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Signaalwoorden
Signaalwoorden oefenen
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Signaalwoorden oefenen
Slide 1 - Slide
Leesvaardigheid:
- 3 stellingen - richtig oder Falsch?
Slide 2 - Slide
"Marley & ich"
Marley & ich is een verfilming van een boek
Falsch
Richtig
Slide 3 - Poll
"Shazam"
Adam Shazam moest "Shazam" roepen om een onsterfelijke versie te worden van zichzelf.
Falsch
Richtig
Slide 4 - Poll
"Zahl der Arbeitslosen leicht gesunken"
De werkloosheid is aan het dalen.
Falsch
Richtig
Slide 5 - Poll
Signaalwoorden
in het Duits, welke
ken je?
Slide 6 - Mind map
Wat weet je al over een signaalwoord?
Slide 7 - Open question
signaalwoorden
Een signaalwoord in een zin vertelt iets over het verband tussen die zin en de zin daarvoor.
Signaalwoorden geven je inzicht in de structuur van de tekst.
Daarnaast staan de antwoorden op de vragen vaak na of in de buurt van de signaalwoorden!!!!!!
Slide 8 - Slide
vertaal: maar
A
jedoch
B
weil
C
aber
D
obwohl
Slide 9 - Quiz
vertaal: alsook
A
jedoch
B
sowie
C
Trotz
D
obwohl
Slide 10 - Quiz
vertaal: in plaats van
A
oder
B
statt
C
weil
D
deswegen
Slide 11 - Quiz
Vertaal: aber
Slide 12 - Open question
Vertaal: zum Beispiel
Slide 13 - Open question
Vertaal: jedoch
Slide 14 - Open question
in plaats daarvan
pas echt
inderdaad
ook
auch
erst recht
tatsächlich/in der Tat
stattdessen
Slide 15 - Drag question
Vertaal: weil, da
A
want
B
wegens
C
omdat
D
dat
Slide 16 - Quiz
Vertaal: laut
A
volgens
B
overigens
Slide 17 - Quiz
Vertaal: der Verfasser
Slide 18 - Open question
Vertaal: Gegensatz
Slide 19 - Open question
wann?
was?
wer?
wie?
wo?
woher?
wohin?
wanneer?
wat?
wie?
hoe?
waar?
waarvandaan?
waarheen?
Slide 20 - Drag question
Vertaal: Nachteil oder Vorteil
Slide 21 - Open question
Wat betekent het woord schliessen in de volgende zin:
Was kann man aus dem 1. Absatz schließen?
A
sluiten
B
beslissen
C
concluderen
D
besluiten
Slide 22 - Quiz
Welche Frage passt in die Lücke in Absatz 4? betekent:
Welke vraag past op de open plek in alinea 4?
goed
fout
Slide 23 - Poll
Waar sta je nu als het gaat om het leren voor de toets van 8 maart?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Poll
More lessons like this
Signaalwoorden
May 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Divers CE
February 2021
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
April 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
June 2021
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Signaalwoorden
October 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
April 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4 mavo 2 1 april
April 2021
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Signaalwoorden
November 2023
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2