Lezen H2 - tekstverbanden en signaalwoorden (1)

WELKOM 

bij Nederlands 



1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM 

bij Nederlands 



Slide 1 - Slide

Planning vandaag
  • Planning periode
  • Herhalen lezen H1 
  • Start H2
  • Opdracht

Slide 2 - Slide

Periode A
Lezen H1 t/m 3 
Toetsmoment: woensdag 9 oktober 

Woordenschat H1 t/m 5
Toetsmoment: maandag 11 november 

Slide 3 - Slide

H1: hoofdzaken en bijzaken
Weet je het nog?
  • Wat is het verschil tussen hoofd- en bijzaken in een tekst? 
  • Belangrijkste informatie = hoofdzaken
  • Minder belangrijke informatie = bijzaken 

  • Waar vind je de hoofzaken van een tekst vaak?
  • In de inleiding en het slot

  • Welke zin is vaak de kernzin van een alinea ? 
  • De eerste of de laatste (soms de tweede) 




timer
0:30

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog van
tekstverbanden (vorig jaar)?

Slide 5 - Open question

H2: Tekstverbanden en signaalwoorden (1)

In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. Die samenhang heet het tekstverband


Je kent al: het chronologisch verband, het opsommend verband, het tegenstellend verband en het toelichtend verband.

Slide 6 - Slide

Herhaling tekstverbanden
chronologisch:
opsommend:
tegenstellend:
toelichtend:

Slide 7 - Slide

Vandaag leren we: 
  • Opdrachtje: bedenk bij elk tekstverband een zin.
  • Je mag in tweetallen werken.
  • Je hebt twee minuten.
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Wat zijn concluderende signaalwoorden?
A
dus, daarom, dat houdt in, dankzij, concluderend, al met al
B
dus, doordat, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
C
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
D
dus, want, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al

Slide 9 - Quiz

Wat zijn redengevende signaalwoorden?
A
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
B
omdat, daarom, dus, en, de reden hiervoor is, dankzij
C
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, kortom
D
omdat, bijvoorbeeld, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij

Slide 10 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij een oorzakelijk verband?
A
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, kortom, dankzij
B
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, hiervoor, dankzij
C
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, want, dankzij
D
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij

Slide 11 - Quiz

Maak een korte zin met een concluderend tekstverband

Slide 12 - Open question

Maak een korte zin met een redengevend tekstverband

Slide 13 - Open question

Maak een korte zin met een oorzakelijk tekstverband

Slide 14 - Open question

tekstverbandenen signaalwoorden
EN WAT NU?
Ga de opdrachten maken die bij dit hoofdstuk horen. 


Leerdoelen
Ik kan/weet tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden
Ik kan/weet concluderende, redengevende en oorzakelijke tekstverbanden herkennen in een tekst.

Slide 15 - Slide

Vandaag
Leren: drie nieuwe tekstverbanden
Maken: H2 opdracht 1 en 2
Nakijken: opdrachten H2



Opdrachten niet af? Zet ze in je daltonplanagenda bij de volgende Nederlands les.

Slide 16 - Slide

Wat is in de onderstaande zinnen het verschil tussen 'daarom' en 'daardoor'? 

a De weg is spiegelglad. Daarom lopen de kinderen heel voorzichtig naar school.
b De weg is spiegelglad. Daardoor gaan veel fietsers op de brug onderuit.
c Max' buurjongen is fanatiek aan het drummen. Daarom doet Max oordoppen in.
d Max' buurjongen is fanatiek aan het drummen. Daardoor kunnen ze elkaar bij Max thuis niet verstaan.
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Wat is in de onderstaande zinnen het verschil tussen 'daarom' en 'daardoor'? 

a De weg is spiegelglad. Daarom lopen de kinderen heel voorzichtig naar school.
b De weg is spiegelglad. Daardoor gaan veel fietsers op de brug onderuit.
c Max' buurjongen is fanatiek aan het drummen. Daarom doet Max oordoppen in.
d Max' buurjongen is fanatiek aan het drummen. Daardoor kunnen ze elkaar bij Max thuis niet verstaan.

Daarom --> er is geen noodzakelijk gevolg (maar sprake van een keuze)
Daardoor --> er is een noodzakelijk gevolg 
timer
1:00

Slide 18 - Slide