This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Met of zonder -n
Spelling - hoofdstuk 2 - 3VWO
Slide 1 - Slide
Telwoorden als enkele, vele, weinige, sommige worden zelfstandig gebruikt als je achter het telwoord geen zelfstandig naamwoord uit de zin kunt invullen. Deze zelfstandig gebruikte telwoorden schrijf je met -n als ze personen aanduiden:
– Ik had allen uitgenodigd voor het feest, maar sommigen konden helaas niet.
– Enkelen van de wandelaars moesten hun blaren laten doorprikken.
Slide 2 - Slide
Als telwoorden geen personen aanduiden of niet-zelfstandig (maar bijvoeglijk) gebruikt worden, schrijf je ze zonder -n:
– Enkele van de tijgers waren tijdens het transport erg onrustig. (geen personen)
– Dit jaar hebben vele toeristen het Rijksmuseum bezocht. (niet-zelfstandig)
Slide 3 - Slide
Telwoorden als tientallen, honderden, (tien)duizenden en miljoenen hebben altijd een -n.
Slide 4 - Slide
Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden die personen aanduiden, eindigen in het enkelvoud op een -e en krijgen in het meervoud een -n:
– Als gepensioneerde heb je tijd om je vrijwillig in te zetten voor eenzame ouderen.
Slide 5 - Slide
Zelfstandig gebruikte bijvoeglijk naamwoorden die zaken (dingen) aanduiden, eindigen meestal op een -e, maar niet als het gaat om stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden:
– In de etalage lagen vijf horloges: drie vrij goedkope zilveren en twee peperdure gouden.
Slide 6 - Slide
Zijn Clemens en August hier de enige / enigen met verstand van kunst?
A
enige
B
enigen
Slide 7 - Quiz
Van de tientalle / tientallen Italiaanse gerechten lustte Janine er slechts enkele / enkelen.
A
tientalle
B
tientallen
Slide 8 - Quiz
Van de tientalle / tientallen Italiaanse gerechten lustte Janine er slechts enkele / enkelen.
A
enkele
B
enkelen
Slide 9 - Quiz
Krijgen ook de laatste / laatsten die arriveren dit aandenken aan de fietstocht?
A
laatste
B
laatsten
Slide 10 - Quiz
Vele / Velen zijn geroepen, maar weinige / weinigen uitverkoren, zegt de Bijbel.
A
vele
B
velen
Slide 11 - Quiz
Vele / Velen zijn geroepen, maar weinige / weinigen uitverkoren, zegt de Bijbel.
A
weinige
B
weinigen
Slide 12 - Quiz
Toen het zo sneeuwde, kwamen alleen de eerste / eersten leerlingen op tijd in de les, maar sommige / sommigen waren echt veel te laat.
A
eerste
B
eersten
Slide 13 - Quiz
Toen het zo sneeuwde, kwamen alleen de eerste / eersten leerlingen op tijd in de les, maar sommige / sommigen waren echt veel te laat.
A
sommige
B
sommigen
Slide 14 - Quiz
De kroketten waren alle / allen te hard, maar de meeste / meesten waren wel eetbaar.
A
alle
B
allen
Slide 15 - Quiz
De kroketten waren alle / allen te hard, maar de meeste / meesten waren wel eetbaar.
A
meeste
B
meesten
Slide 16 - Quiz
Kijk nu op de planning van de digitale methode en maak de opdrachten die ik klaar heb gezet.