Uitleg 'met of zonder -n' (hfdst. 2)

Lesprogramma
1. 20 minuten lezen

2. uitleg hfst. 2 'met of zonder -n'?

3. Zelf aan de slag!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesprogramma
1. 20 minuten lezen

2. uitleg hfst. 2 'met of zonder -n'?

3. Zelf aan de slag!

Slide 1 - Slide

lesdoel
Na deze uitleg én het maken van de opdrachten weet je in welke gevallen je wel of geen -n moet noteren bij telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

bijv.
enkele - enkelen
sommige - sommigen

Slide 2 - Slide

Welke zin is juist?
A
Sommige leerlingen komen altijd te laat.
B
Sommigen leerlingen komen altijd te laat.

Slide 3 - Quiz

Had je het antwoord goed?
Kun je uitleggen waarom het goed/ niet goed is?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Sommige apparaten stonden er nog, maar vele/velen waren weggegooid.
A
vele
B
velen

Slide 6 - Quiz

Vele/velen zullen zich in die vraag herkennen.
A
Vele
B
Velen

Slide 7 - Quiz

Van de vele/velen voorbijgangers weigerden de meeste/meesten om de flyer aan te nemen.
A
vele
B
velen
C
meeste
D
meesten

Slide 8 - Quiz

Enkele/enkelen onder ons zijn ontevreden.
A
enkele
B
enkelen

Slide 9 - Quiz

enkele of enkelen
A
De klanten droegen bijna allemaal een mondkapje, maar enkele niet.
B
De klanten droegen bijna allemaal een mondkapje, maar enkelen niet.

Slide 10 - Quiz

zelf aan de slag!
Maak de startopdracht + opdr. 1 t/m 5 van hfdst. 2 - Spelling

Slide 11 - Slide

Spelling
Meervoud -N bij verwijzingen
Tussenletters

Slide 12 - Slide

Meervouds-n bij verwijzingen
alle/ allen - beide/ beiden - sommige/ sommigen - andere/ anderen
ZONDER -n als:
- er een ZN achter staat (alle oproerkraaiers)
- persoon waarnaar wordt verwezen staat in dezelfde zin
- verwijst niet naar personen ( zelfstandig gebruikt)

Slide 13 - Slide

Meervouds-n bij verwijzingen
alle/ allen - beide/ beiden - sommige/ sommigen - andere/ anderen
MET-n als:
- zelfstandig gebruikt + verwijst naar personen

Slide 14 - Slide

Je moet beide/ beiden handen aan het stuur houden.
A
beide
B
beiden

Slide 15 - Quiz

Schrijf tien zinnen. Ze moeten alle/ allen met een hoofdletter beginnen.
A
alle
B
allen

Slide 16 - Quiz

Ik vind van planten leuk dat sommige/ sommigen met de zon meedraaien.
A
sommige
B
sommigen

Slide 17 - Quiz

Enkele/ enkelen hebben vragen gesteld.
A
enkele
B
enkelen

Slide 18 - Quiz

Op dat feest zeg ik veel bekenden van de basisschool, maar de meeste / meesten herkenden me niet.
A
meeste
B
meesten

Slide 19 - Quiz

met -n of zonder -n
Telwoorden zoals tientallen, honderden, duizenden en miljoenen hebben altijd een -n.

Slide 20 - Slide

met -n of zonder -n
Telwoorden zoals enkele, vele, weinig en sommige kunnen zelfstandig gebruikt worden als ze niet voor een zelfstandig naamwoord staan.
Sommige leerlingen hebben weinig motivatie.
Sommigen hebben weinig motivatie.

Alleen een -n als ze naar personen verwijzen.

Slide 21 - Slide

Startopdracht
Verander in elke zin in een of twee woordgroepen in een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.

bijvoorbeeld:

Voor mensen met een slecht gehoor ondertitelt Teletekst tv-programma's.
mensen met een slecht gehoor -> slechthorenden

Slide 22 - Slide

Verander in elke zin een of twee woordgroepen in een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.


Moeten deze dakloze mensen werkelijk buiten slapen met die vorst?
timer
1:00

Slide 23 - Open question

Verander in elke zin een of twee woordgroepen in een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.


De film is voor een volwassen publiek en dus niet geschikt voor jonge kijkers.
timer
1:00

Slide 24 - Open question

Verander in elke zin een of twee woordgroepen in een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.


In de VS verdienen de rijke burgers honderd keer zoveel als de arme mensen.
timer
1:00

Slide 25 - Open question

Wat is de juiste vorm?

Zijn Clemens en August hier de enige/enigen met verstand van kunst?
timer
0:30
A
enige
B
enigen

Slide 26 - Quiz

Wat is de juiste vorm?

Van de tientalle/tientallen Italiaanse gerechten lustte Janine er slechts enkele/enkelen.
timer
0:30
A
tientalle en enkele
B
tientalle en enkelen
C
tientallen en enkele
D
tientallen en enkelen

Slide 27 - Quiz

Wat is juist?

Toen de kandidaten opkwamen, werden de leukste/leuksten begroet met een applaus.
timer
0:30
A
leukste
B
leuksten

Slide 28 - Quiz

Vul in: ......... voetballers zingen altijd het volkslied mee, maar de .......... houden hun lippen stijf op elkaar.
A
Sommige, meeste
B
Sommigen, meesten
C
Sommige, meesten
D
Sommigen, meeste

Slide 29 - Quiz

Vul in: Ik heb twee zussen. Ze zijn beide/beiden erg goed in wiskunde.

Slide 30 - Open question

Vul in: De vogels hebben alle/allen het land verlaten.

Slide 31 - Open question

Vul in: Beide/beiden robots leken levensecht.

Slide 32 - Open question