klas 3: introductie kijken en luisteren

Introductie kijken en luisteren
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Introductie kijken en luisteren

Slide 1 - Slide

Lesdoel





Je leert:
  • hoe de opzet van een kijk- en luistertoets is;
  • hoe je je op een kijk en luistertoets voorbereidt;

Slide 2 - Slide

Kijk- en luistertoets 
Een kijk- en luistertoets meet hoe goed jij kunt kijken en luisteren. 
De toets bestaat uit drie onderdelen:
  • Tekstbegrip --> informatief programma (documentaire) > klas 3
  • Fictie --> film, serie of toneelvoorstelling > klas 4
  • Kritisch kijken en luisteren --> klas 4

De vragen zijn altijd meerkeuzevragen. 
Je beantwoordt de vragen tijdens de antwoordpauzes. 


Slide 3 - Slide

Een goede voorbereiding
Voor de kijk- en luistertoets kun je bijna niet leren. 
Wat je wel kunt doen is je goed voorbereiden:

  • Zorg dat je goed bent uitgerust.
  • Ga zo zitten dat het scherm goed kunt zien en
     je het geluid goed kunt horen.
  • Leg spullen weg die je kunnen afleiden.
  • Pak je pen, en schrift om aantekeningen te maken.
         op tijd naar bed

Focus

Slide 4 - Slide

Onderdeel tekstbegrip
- Tekstbegrip (zakelijk deel)                   toets duurt ongeveer 35 minuten

Twee delen - aantekeningen maken mag - antwoord geven in antwoordpauze


Slide 5 - Slide

Aantekeningen maken
Terwijl je kijkt en luistert naar een video kun je aantekeningen maken. Noteer in elk geval:
• het onderwerp van de video;
• de plaats waar de video is opgenomen;
• de namen van de mensen die iets zeggen;
• de belangrijkste informatie die de sprekers noemen: mening of feiten;
deelonderwerpen

Slide 6 - Slide

Tips voor het maken van aantekeningen:
1 Schrijf geen hele zinnen, maar gebruik steekwoorden.
2 Gebruik afkortingen.
3 Onderstreep belangrijke woorden.
4 Verbanden geef je snel aan met pijlen.
5 Getallen schrijf je in cijfers, niet in letters.
6 Voor namen gebruik je initialen: de eerste letters van de voor- en achternaam van iemand.

Slide 7 - Slide

Tekstbegrip
Je kijkt en luistert naar een informatief programma.

Na afloop van het programma mag je de vragen pas bekijken
Je kunt antwoord geven zolang de tijdbalk loopt. 
De vragen gaan over de hoofdzaken van het programma.
Je mag tijdens het kijken en luisteren aantekeningen maken.

We gaan dit onderdeel oefenen.

Slide 8 - Slide

Kijken en luisteren

Slide 9 - Slide

Introductie
Je gaat kijken naar fragmenten van een uitzending van Keuringsdienst van Waarde. Na elk fragment volgen één of meerdere vragen.

Succes!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Waarom gaat de presentatrice op onderzoek uit?
A
Er is een vraag van een kijker over hazelnoten
B
Er is een vraag van een kijker over chocopasta
C
Er is een vraag van een kijker over fairtrade chocopasta

Slide 12 - Quiz

Wat is er met de hazelnoten in de pasta aan de hand?
A
Ze staan niet vermeld op de ingrediëntenlijst
B
Ze zijn niet fairtrade verhandeld.
C
Ze zijn niet vers toegevoegd

Slide 13 - Quiz

Wat wordt fairtrade verhandeld volgens het potje van Bio Fair?
A
Rietsuiker en cacao
B
Palmsuiker en vanille
C
Rietsuiker, cacao en vanille

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Hoe reageren de fabrikanten aan de telefoon?
A
Verbaasd
B
Boos
C
Blij

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Waarom willen de meeste bedrijven niet dat er gefilmd wordt?
A
Omdat ze illegale praktijken doen
B
Omdat men het recept geheim wil houden
C
Omdat dit niet hygiënisch is

Slide 18 - Quiz

Waar kan je wel fairtrade pasta kopen?
A
Nergens
B
Vlaardingen
C
Amerika

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Wanneer mag je een product fairtrade noemen?
A
Bij minimaal 25% van de ingrediënten fairtrade
B
Bij minimaal 15% van de ingrediënten fairtrade
C
bij minimaal 10% van de ingrediënten fairtrade

Slide 21 - Quiz

Wat is de grootste leverancier van de hazelnoten?
A
Spanje
B
Italië
C
Turkije

Slide 22 - Quiz

Hoe probeert de presentatrice de noot te kraken?
A
Met haar handen
B
Met haar mond
C
Met een notenkraker

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

Kunnen leveranciers garanderen dat er geen kinderarbeid is gebruikt?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Hoe reageert de hazelnootplukker op de vraag over de tenten langs de weg.
A
Ze ontkent dat hier mensen wonen
B
Ze geeft toe dat hier mensen wonen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Video

Waarom wordt er nog zoveel pasta gemaakt?
A
Er zijn veel hazelnoten
B
Er is nog steeds veel vraag naar
C
Omdat het lekker is

Slide 28 - Quiz

Wat is er met de verklaring van de leverancier aan de hand?
A
Het is deels afgeplakt
B
Het is in het Turks
C
Er is geen verklaring

Slide 29 - Quiz

Wie hebben de macht m.b.t. het toestaan van kinderarbeid?
A
de Turkse overheid
B
De ouders van de migranten
C
De telers van hazelnoten

Slide 30 - Quiz

Einde

Slide 31 - Slide