Tegenwoordige tijd

19 abril 2021
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

19 abril 2021

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
1. Las pruebas
2. ¿Cómo estáis?
3. Practicar
4. Terminamos la clase

Slide 2 - Slide

Las pruebas
- Erg enthousiast begonnen
- Beetje aangepaste planning

- 21 mei: PO
- Toetsweek (14-18 juni): schrijftoets
- Duolingo

Slide 3 - Slide

¿Qué tenemos que estudiar?
- Ser - estar - tener (schriftje!)
- Verbos regulares
- Reflexivo 'llamarse' (también verbo regular) 
- Verbo gustar (dar la opinion) 
> Todo en el presente

- Vocabulario de Extra en español y Duolingo

Slide 4 - Slide

¿Cómo estás?

Slide 5 - Open question

Ik snap het verschil tussen ser & estar
0100

Slide 6 - Poll

Ik snap wanneer je wel/niet het onderwerp moet gebruiken
0100

Slide 7 - Poll

Ik snap de lidwoorden mannelijk/vrouwelijk, meervoud/enkelvoud
(el, los, la, las, un, unos, una, unas)
0100

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Link

Yo
Él, ella, usted
Como
Come
Comes
Bailo
Bailas
Baila
Escribo
Escribes
Escribe

Slide 10 - Drag question

Voor de oplettende kijker, welke 3 werkwoorden waren er in de vorige slide genoemd?

Slide 11 - Open question

Mi madre ... (bailar) salsa
A
bailo
B
bailamos
C
bailan
D
baila

Slide 12 - Quiz

El perro ... (beber) agua.
A
bebo
B
beba
C
bebe
D
bebi

Slide 13 - Quiz

Los gatos de Raúl y Carmen ...(llamarse) Pablo y Picasso.
A
se llama
B
se llaman
C
se llamo
D
se llamas

Slide 14 - Quiz

Mis padres (= mijn ouders) ... (vivir) en Breda.
A
vivís
B
vivin
C
viven
D
vives

Slide 15 - Quiz

Mi hermana y yo ... (comer) el chocolate.
A
comemos
B
coméis
C
comes
D
comen

Slide 16 - Quiz

Voorbereiden op aankomende toetsen
Stapjes...
1 & 2.  Herkennen
1 & 2.  Oefenen met vervoegingen ernaast.
3.         Stampen (bijv. op Verbuga).
4.        Schrijven zonder de vervoegingen ernaast.

Nu > oefening maken op Classroom

Slide 17 - Slide