Van idee naar verhaal: Een lessenserie over het schrijven van (korte) verhalen

Van idee naar verhaal: Een lessenserie over het schrijven van (korte) verhalen
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Van idee naar verhaal: Een lessenserie over het schrijven van (korte) verhalen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze lessenserie kun je een idee omzetten naar een (kort) verhaal en ken je de basistheorie van het schrijven van verhalen.

Slide 2 - Slide

Geef aan het begin van de les duidelijk aan wat het leerdoel is, zodat de leerlingen weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet jij al over het schrijven van (korte) verhalen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een verhaal?
Een verhaal bestaat uit een begin, midden en einde. Het heeft een hoofdpersoon, een conflict en een oplossing.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat een verhaal is en wat de belangrijkste onderdelen zijn. Laat de leerlingen voorbeelden geven van verhalen die zij kennen.
Het idee
Een goed verhaal begint met een goed idee. Een idee kan overal vandaan komen: uit de krant, een film, een droom, etc.

Slide 5 - Slide

Geef de leerlingen de opdracht om een idee te bedenken voor een verhaal. Laat hen hierover nadenken en eventueel overleggen met elkaar.
Personages
Personages zijn de mensen of dieren in het verhaal. Ze hebben allemaal hun eigen karakter, eigenschappen en doelen.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat personages zijn en waarom ze belangrijk zijn in een verhaal. Laat de leerlingen hun eigen personages bedenken en beschrijven.
Conflict
Een conflict is een probleem dat moet worden opgelost. Zonder conflict is er geen verhaal.

Slide 7 - Slide

Leg uit wat een conflict is en waarom het belangrijk is in een verhaal. Laat de leerlingen hun eigen conflict bedenken en beschrijven.
Plot
Het plot is de structuur van het verhaal. Het bestaat uit een reeks gebeurtenissen die leiden tot de oplossing van het conflict.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat het plot is en waarom het belangrijk is in een verhaal. Laat de leerlingen hun eigen plot bedenken en beschrijven.
Vertelperspectief
Het vertelperspectief is de manier waarop het verhaal wordt verteld. Er zijn verschillende vertelperspectieven, zoals ik-perspectief en hij/zij-perspectief.

Slide 9 - Slide

Leg uit wat het vertelperspectief is en wat de verschillende mogelijkheden zijn. Laat de leerlingen hun eigen vertelperspectief kiezen en motiveren.
Spanning
Spanning is belangrijk in een verhaal omdat het de lezer nieuwsgierig en geïnteresseerd houdt. Er zijn verschillende manieren om spanning te creëren, zoals cliffhangers en verrassende wendingen.

Slide 10 - Slide

Leg uit wat spanning is en waarom het belangrijk is in een verhaal. Laat de leerlingen oefenen met het creëren van spanning in hun eigen verhaal.
Setting
De setting is de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt. Het kan een realistische of fictieve omgeving zijn.

Slide 11 - Slide

Leg uit wat de setting is en waarom het belangrijk is in een verhaal. Laat de leerlingen hun eigen setting bedenken en beschrijven.
Schrijftips
Er zijn verschillende schrijftips die je kunt gebruiken om je verhaal te verbeteren, zoals het vermijden van clichés en het gebruik van actieve zinnen.

Slide 12 - Slide

Geef de leerlingen verschillende schrijftips en laat hen deze toepassen in hun eigen verhaal.
Eindopdracht
Schrijf je eigen (korte) verhaal en presenteer deze aan de klas.

Slide 13 - Slide

Laat de leerlingen de opdracht uitvoeren en geef hen voldoende tijd om hun verhaal te schrijven. Plan een presentatiemoment in waarop alle leerlingen hun verhaal kunnen voorlezen.
Feedback
Geef feedback op elkaars verhalen en geef tips voor verbetering. Geef ook complimenten waar dat kan.

Slide 14 - Slide

Laat de leerlingen elkaars verhalen lezen en geef hen de opdracht om feedback te geven. Geef aan hoe de feedback gegeven moet worden, bijvoorbeeld in de vorm van complimenten en tips.
Reflectie
Reflecteer op wat je hebt geleerd en wat je nog wilt leren over het schrijven van (korte) verhalen.

Slide 15 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over wat ze hebben geleerd en wat ze nog willen leren. Geef hen de opdracht om dit op te schrijven en eventueel te delen met de klas.
Bronnen
Geef een overzicht van handige bronnen, zoals websites en boeken, waar leerlingen meer kunnen leren over het schrijven van verhalen.

Slide 16 - Slide

Geef de leerlingen een overzicht van handige bronnen waar ze meer kunnen leren over het schrijven van verhalen. Bespreek kort wat elke bron inhoudt.
Evaluatie
Evalueer de lessenserie en geef feedback op de inhoud en de vorm.

Slide 17 - Slide

Evalueer de lessenserie en vraag de leerlingen om feedback. Bespreek wat er goed ging en wat er beter kan. Gebruik deze feedback om de lessenserie te verbeteren.
Bedankt!
Bedankt voor het volgen van deze lessenserie en veel succes met het schrijven van (korte) verhalen!

Slide 18 - Slide

Sluit de les af met een positieve boodschap en bedank de leerlingen voor hun inzet.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.