2.3 lezen

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


Start je laptop op.

H.2.3 LEZEN blz. 108
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


Start je laptop op.

H.2.3 LEZEN blz. 108
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 1 - Slide

Wat betekent:
praktisch
A
veel met theorie
B
doen met je handen

Slide 2 - Quiz

Wat betekent:
combineren
A
samenvoegen
B
apart leggen
C
losse dingen neer leggen
D
fanatiek

Slide 3 - Quiz

opdracht
Maak een zin met sociaal, schrijf deze in je schrift.

Slide 4 - Slide

2.3 lezen
  • Je weet wat feiten en meningen zijn
  • Je kunt feiten en meningen herkennen
  • Je kunt de moeilijke woordenwijzer toepassen
  • Je herkent de signaalwoorden die een opsomming aangeven 

Slide 5 - Slide

zoek:
Titel
Onderwerp
Hoeveel alinea's

Slide 6 - Slide

Lees (en beluister) de tekst

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
mbo-opleidingen in Nederland
B
onwenselijke situatie
C
stage mbo
D
stage voor illegale jongeren

Slide 8 - Quiz

Hoeveel alinea's?
Noteer het antwoord in je schrift

Wat is de bron?

Slide 9 - Slide

Zelfstandige route leerplein

  • lees de leerteksten goed
  • doorloop de dia's
  • Rode dia is stoppen en de opdrachten van de studiewijzer maken
  • neem de aantekening van de gele dia's over in je schrift
klas

  • lees de leerteksten
  • neem de aantekening over
  • samen maken van de opdrachten

Slide 10 - Slide


feit


mening
* kun je controleren
* is echt/werkelijkheid

 VB: In de 2e klas krijg je het vak Duits.
* is wat iemand denkt/vindt.
* verschilt per persoon

VB: Ik vind Duits een moeilijk vak.
Aantekening 2.3

Slide 11 - Slide

Staat hier een feit, mening?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Opdrachten
H.2.3 op TD
3, 4, 5, 6, 8, 9 in je boek


10, 11,12, 13, 14, 15, 16   

Slide 14 - Slide

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in



H.2.3 LEZEN blz. 108 
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 15 - Slide

Welkom

Ten eerste pak je een leesboek, daarnaast een etui. Ook pak  je jouw laptop.



Slide 16 - Slide

Oefenen in duo's (blz.115)
December is een drukke maand. Sinterklaas wordt gevierd.
Kerstbomen worden gekocht.
Overal gaan de lichtjes aan.
Op 24 december is het kerstavond.
Er wordt lekker gekookt en gegeten
Gebruik signaalwoorden die het tekst verband opsomming aangeven. Schrijf de nieuwe zin in je schrift

Slide 17 - Slide

Signaalwoord en verband
  • Signaalwoord= een woord dat een verband aangeeft tussen zinnen en/of alinea's
  • .VB= opsomming, reden, tegenstelling
verband
opsomming:
signaalwoorden
ook, daarnaast, als eerste, bovendien, verder, tot slot

Slide 18 - Slide

Opsomming
Aan deze lastige dingen kun je soms iets doen, maar veel vaker niets. Erover praten met een bekende, bijvoorbeeld een vriend of vriendin, kan dan erg opluchten. Je kunt je hart daarnaast uitstorten op een internetforum. Dan praat je op internet met onbekenden over je probleem. Zij zien je niet, maar ze beantwoorden je vragen wel. Dat is lekker anoniem.

Slide 19 - Slide

Opdrachten 2.3 Lezen

H.2.3 op TD
 (9 in je boek)
 Klassikaal: 12, 13, 14, 15, 16  

Slide 20 - Slide

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


De beste wensen voor iedereen.

H.2.3 LEZEN blz. 117
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 21 - Slide

Welkom...
Binnen=Beginnen met de startopdracht

Start opdracht in duo's:
Lees samen tekst 3 blz. 117 en omcirkel de signaalwoorden.
Kijk daarvoor ook op blz. 115

Slide 22 - Slide

Signaalwoord en verband
  • Signaalwoord= een woord dat een verband aangeeft tussen zinnen en/of alinea's
  • .VB= opsomming, reden, tegenstelling
verband
opsomming:
signaalwoorden
ook, daarnaast, als eerste, bovendien, verder, tot slot

Slide 23 - Slide

Opsomming
Aan deze lastige dingen kun je soms iets doen, maar veel vaker niets. Erover praten met een bekende, bijvoorbeeld een vriend of vriendin, kan dan erg opluchten. Je kunt je hart daarnaast uitstorten op een internetforum. Dan praat je op internet met onbekenden over je probleem. Zij zien je niet, maar ze beantwoorden je vragen wel. Dat is lekker anoniem.

Slide 24 - Slide

klassikaal:  leesvaardigheid
Maak de leestaak op blz.120 opdr: 17 t/m 24

Klaar: maak de Quizvragen  en bekijk het filmpje
Daarna werk je aan NUMO

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video


 Welk woord hoort op het stippellijntje?
 In een tekst zijn er ...... tussen woorden,  
 zinnen en alinea’s.
 

A
leestekens
B
teksten
C
verbanden
D
regels

Slide 27 - Quiz


 Hoe noem je woorden die wijzen op een 
 verband tussen zinnen of alinea’s?
A
trefwoorden
B
synoniemen
C
signaalwoorden
D
uitdrukkingen

Slide 28 - Quiz


 Om welk tekstverband gaat het hier?
 Ik kreeg een naast een  hapje, ook een  drankje. 
A
reden
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 29 - Quiz


Wat is het signaalwoord?

 Ik kreeg een hapje. Ook een drankje en tot slot een ijsje. Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A
kreeg, ook
B
een, tot slot
C
ook
D
tot slot

Slide 30 - Quiz

Waarvan is het een opsomming:

Op het feestje kreeg ik allerlei dingen die ik lekker vond. Eerst kreeg ik een ijsje, daarna een soesje en tot slot een stuk taart.

Slide 31 - Open question


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 32 - Quiz

Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 33 - Drag question