par. 3.2 gesteentekringloop

WELKOM!
Les paragraaf 3.2 deel 2

Nodig: 
  • Chromebook - LessonUp en Classroom (opdracht vulkanen)
  • Aantekeningenblad + pen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

WELKOM!
Les paragraaf 3.2 deel 2

Nodig: 
  • Chromebook - LessonUp en Classroom (opdracht vulkanen)
  • Aantekeningenblad + pen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Nabespreken opdracht vulkanen
  • Kort herhalen 3.1 en deels 3.2
  • Bespreken 3.2 deel 2 - gesteentekringloop
  • Check met quizvragen
  • Werken aan opgaven methodesite

Slide 2 - Slide

NAKIJKEN!
  1. Open het document uit de Classroom. Deze is teruggegeven door de docent.

  2. Verbeter waar nodig, vul aan waar nodig.

  3. Docent vraagt willekeurig leerlingen hun antwoorden voor te lezen.

  4. Klaar met nakijken? Levert het document weer in.

Slide 3 - Slide

Een trog ontstaat bij:
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transforme beweging
D
Subductie

Slide 4 - Quiz

Hoe ontstaat een aardbeving bij Chili? Zorg voor een goede formulering van je antwoord!
(oorzaak-gevolg)

Slide 5 - Open question

Wanneer ontstaat er een plooiingsgebergte?
A
Bij subductie
B
Bij mid-oceanische ruggen
C
Bij convergentie van 2 continenten
D
Bij divergentie van 2 continenten

Slide 6 - Quiz

In de afbeelding staan een aantal fouten.
Noem er 3 en verbeter vervolgens de fout zodat het wel zou kloppen.

Slide 7 - Open question

Wat voor soort vulkaan?
A
Stratovulkaan
B
Schildvulkaan
C
Caldera
D
Spleet

Slide 8 - Quiz

Geef van de vulkaan op de (2p)
afbeelding rechts de:
- naam van de vorm
- het type uitbarsting
- een eigenschap van de magma

Slide 9 - Open question

Welke hoogtegordel zie je hier?
A
Loofbos
B
Naaldbos
C
Alpenweide
D
Gletsjer

Slide 10 - Quiz

Oud of jong gebergte?
A
Oud
B
Jong

Slide 11 - Quiz

Convergentie
Divergentie
Subductie
Transform
Effusief
Stratovulkaan

Slide 12 - Drag question

Leerdoelen
  • Je kunt vertellen welke drie hoofdgroepen groepen bestaan.
  • Je kunt per hoofdgroep twee voorbeelden noemen.
  • Je kunt uitleggen hoe stollingsgesteenten, sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten ontstaan.
  • Je kunt aan de hand van afbeeldingen aangeven tot welke hoofdgroep gesteenten het voorbeeld behoort.

Slide 13 - Slide

Stollingsgesteente

Dit zijn gesteenten die ontstaan zijn door stolling (afkoelen) van heet, gesmolten magma.  

Basalt

Graniet 
Basalt ontstaat aan het oppervlak door snel afkoelen. Vulkanen en de oceanische korst bestaan uit basalt! Door het snelle afkoelen zijn er weinig kristallen zichtbaar.
Graniet ontstaat onder de aardkorst door langzaam afkoelen. Continentale korst bestaat uit graniet. Graniet heeft grote kristallen.

Slide 14 - Slide

Sedimentgesteente
Sedimentgesteente
Ontstaat door het sedimenteren van erosie- en verweringsmateriaal (door wind, water of ijs). Laagje voor laagje wordt het sediment (zand en klei bijvoorbeeld) afgezet.

Kenmerken: laagjes, fossielen (afdrukken).

Voorbeelden: zandsteen, kalk

Slide 15 - Slide

Metamorfgesteente
Metamorf
Afkomstig van metamorfose: verandering van vorm.

Sedimentgesteente, stollingsgesteente kunnen door hoge druk en/of hoge temperaturen van samenstelling veranderen
Dit gebeurt bij gebergtevorming of wanneer magma door de aardkorst heen komt.

Voorbeelden: gneis (graniet), kwartsiet (zandsteen), marmer (kalk), leisteen (kleisteen)

Slide 16 - Slide

Gesteentekringloop

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Graniet is een voorbeeld van ......
A
een sedimentgesteente
B
een stollingsgesteente
C
metamorfgesteente

Slide 19 - Quiz

Leisteen (samengeperste klei) en zandsteen (samengeperst zand) zijn voorbeelden van een
A
sedimentgesteente
B
stollingsgesteente
C
metamorf gesteente

Slide 20 - Quiz

Wat is een voorbeeld van stollingsgesteente?
Er zijn 2 antwoorden mogelijk
A
basalt
B
kalksteen
C
marmer
D
graniet

Slide 21 - Quiz

Wat voor soort gesteente (hoofdgroep) zie je? Geef een argument voor je keuze

Slide 22 - Open question

Hoe ontstaan metamorfe gesteenten?
A
door het smelten van lava
B
door stolling van lava
C
door sedimenatie van zand, klei etc.
D
door hoge druk en temperatuur

Slide 23 - Quiz

Welk gesteente is NIET metamorf gesteente?
A
Leisteen
B
Marmer
C
Schalie
D
Steenkool

Slide 24 - Quiz

Wat voor gesteente is het?
Stollingsgesteente

Metamorfgesteente
sedimentgesteente

Slide 25 - Drag question

Sedimentgesteente
Stollingsgesteente
Metamorfgesteente

Slide 26 - Drag question

De uitleg van 3.2 is voorbij. Wat is nu je behoefte?
Zelfstandig werken aan opdrachten 3.2
Extra uitleg 3.1
Extra uitleg 3.2

Slide 27 - Poll