Hoofdstuk 4; par 4.1 p56, 57

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4; par 4.1 p56, 57

(normale) afspraken in de klas

1.Je volgt de instructies op en je houd je aan de schoolregels.

2.We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.

3.Naar de uitleg wordt geluisterd.

4.Je hebt je schoolmaterialen en huiswerk bij je (2 kansen).

5.Heb je commentaar, doe dit na school.

 

Hou je je niet aan de afspraken?

-1e keer een waarschuwing. 

-2e keer, strafwerk. Dit strafwerk wordt in somtoday gehangen.

-strafwerk vergeten? Volgende keer dubbel en mail naar ouders.

-Nogmaals vergeten? Op donderdag 40 minuten nakomen zonder elektronica. 

Moet ik je meer dan 2 keer waarschuwen in een les, komt er meer strafwerk.

Inhoud les

-leerdoel

-lezen

-korte uitleg

-korte aantekening

-opdrachten laptop

-huiswerk

-beantwoorden leerdoel

Leerdoel deze les

Hoe bestuurde Karel de Grote zijn rijk?

Lees zelf 

pagina 56 'Het Frankische rijk',

Pagina 56-57 'Bestuur'

Uitleg

Aantekening

H4:

Tijdvak = Tijd van monniken en ridders (500-1000)

Periode=Middeleeuwen (500-1500)

Samenleving=landbouw samenleving

De middeleeuwen beginnen met het einde van het West-Romeinse rijk (476).

Aantekening

p56:

Hoe werd Karel de Grote een machtige keizer?

De Franken waren een Germaans volk.

Karel was een Frankische koning die een groot gebied had veroverd. De paus kroonde hem tot keizer van het Frankische rijk (800).

Aantekening

p57:

Hoe bestuurde Karel?

Het Frankische rijk was groot en had slechte wegen.

Karel plaatste leenmannen in zijn gebieden die namens hem bestuurde en hem soldaten leverden. Karel was de leenheer en leende zijn leenmannen land. Dit bestuurssysteem noem je het leenstelsel (feodalisme). De leenmannen noem je de adel.

Opdrachten laptop

Van wie werd Karel de grote als opvolger gezien?

1. de paus
2. de romeinse keizers

Niet elke bron is bruikbaar voor je onderzoeksvraag

1. juist
2. onjuist

Het is belangrijk dat een bron betrouwbaar is.

1. juist
2. onjuist

Karel de Grote trok niet door zijn rijk

1. juist
2. onjuist

Leenheren legden een eed van trouw af aan hun leerheer (Karel)

1. juist
2. onjuist

Leenmannen hielpen de leenheer mee het gebied te besturen en recht te spreken

1. juist
2. onjuist

Leenmannen hoefden de leenheer geen soldaten te leveren

1. juist
2. onjuist

Een graaf is een voorbeeld van ...

1. een geestelijke
2. een boer
3. iemand van adel

Huiswerk noteren in agenda

(m)wb pagina 67 ; vraag 1-3 

Leerdoel: Hoe bestuurde Karel de Grote zijn rijk?

ja, deze vraag weet ik te beantwoorden

nee, ik weet het antwoord niet. (lees aantekeningen nog eens)

EINDE LES

extra info;

Orientatie op geschiedenis 5ed.

p