17.3-17.5 evolutie en soortsvorming

Doelen
  • Je kunt uitleggen hoe genetische variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest en recombinatie kunnen leiden tot een specifieke verandering binnen een soort.
  • Je kunt uitleggen hoe door reproductieve isolatie nieuwe soorten kunnen staan (allopatrisch en sympatrisch)

1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Doelen
  • Je kunt uitleggen hoe genetische variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest en recombinatie kunnen leiden tot een specifieke verandering binnen een soort.
  • Je kunt uitleggen hoe door reproductieve isolatie nieuwe soorten kunnen staan (allopatrisch en sympatrisch)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Darwin 1809 - 1882

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  • De Beagle
  • 5 jaar
  • Galapagos eilanden

Charles Darwin - Evolutie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nu jullie, succes!

Slide 9 - Open question

This item has no instructions


Slide 10 - Open question

This item has no instructions

natuurlijke selectie 
kunstmatige selectie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Seksuele selectie en natuurlijke selectie botsen wel eens; een eigenschap levert wel meer paring op maar verlaagt de overleving 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
toetsvragen bij 17.3

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


In de afbeelding zie je de ingraafdiepte van 3 prooien van de kanoet (vogel). Onderzoekers verwachten dat de snavel van deze soort in de komende decennia langer zal worden. Leg dit uit aan de hand van de evolutietheorie.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

evolutionaire wapenwedloop

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Soomige niet-giftige vlinders lijken op de giftige monarch vlinder. Wat is voor de niet-giftige vlinders het selectievoordeel?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

selectiedruk
omgevingsfactor die ervoor zorgt dat bepaalde eigenschappen een selectievoordeel of -nadeel hebben

bv: een slang zorgt dat alleen gecamoufleerde kameleon het overleeft.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

het overleven van een kamelon verhoogt zijn fitness. Leg uit

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

doel
Je kent verschillende oude theorieën over het ontstaan van leven.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Generatio spontanea
onder de juiste omstandigheden ontstaan nieuwe organismen vanzelf


verworpen door experiment rechts

Slide 22 - Slide

generatio spontanea: men denkt dat leven uit dode materiaal komt.
Biogenese: iedere cel komt uit een cel. al het leven komt uit leven voort
Doel
Je kunt uitleggen hoe evolutie gecombineerd met seksuele selectie kan leiden tot het ontstaan van nieuwe soorten.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Definitie van een biologische soort?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

allopatrische soortvorming
Allopatrische soortvorming
  • geografische isolatie
  • verschil in selectiedruk in beide nieuwe omgevingen
  • selectie op verschillende eigenschappen
  • na verloop van tijd: populaties kunnen niet meer onderling voortplanten

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

sympatrisch: in zelfde gebied

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

hoe dan?
reproductieve isolatie door bv:

sexuele selectie

gedrag: communicatie, voedselvoorkeur, legvoorkeur

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

samenvatting soortvorming
  1. er is sprake van reproductieve isolatie tussen 2 populaties van 1 soort.
  2. beide populaties evolueren apart van elkaar  (door: verschillende selectiedruk of toevallige mutaties)
  3. uiteindelijk kunnen beide populaties onderling geen vruchtbare nakomelingen krijgen en zijn er dus 2 aparte soorten ontstaan.


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

huiswerk
toetsvragen bij 17.5

Slide 33 - Slide

This item has no instructions