4.2 Verschillende bestuursvormen

Het bestuur in de Griekse polis

Aan het einde van de les kan de leerlingen verschillende bestuursvormen benoemen en uitleggen

Monarchie, Aristocratie, Tirannie en Democratie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het bestuur in de Griekse polis

Aan het einde van de les kan de leerlingen verschillende bestuursvormen benoemen en uitleggen

Monarchie, Aristocratie, Tirannie en Democratie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat betekent het begrip polis?
A
Griekse stad met het omliggende platteland die zichzelf bestuurt.
B
De manier van bestuur in Griekenland waarbij er meerdere bestuursvormen zijn.
C
De naam van Griekenland tijdens de oudheid.
D
Het centrum van een Griekse stadstaat.

Slide 3 - Quiz

Welke bestuursvorm hebben we in Nederland?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Bestuursvormen
Grotere polis > meer organisatie> een centraal bestuur
Elke polis heeft zijn eigen bestuur.

Slide 6 - Slide

Monarchie
  • Wie: Een persoon (Koning)
  • Hoe: Erfopvolging
  • Monos (één of alleen) en archeo (heersen)

Slide 7 - Slide

Tirannie.
  • Wie: Een persoon (Tiran)
  • Hoe: door geweld
  • Niet altijd negatief

Slide 8 - Slide

Aristocratie

Wie: Kleine groep burgers
  • Bestuur van de 'besten'
  • Kleine groep gekozen uit enkele rijke families

Slide 9 - Slide

Democratie
  • Wie: Alle burgers (vrije volwassen mannen)
  • Burgers komen bij elkaar en beslissen over belangrijke beslissingen
  • Spreekrecht en stemrecht

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Opdracht
Neem de volgende begrippen over en leg in je eigen woorden uit wat het betekend. Geef daarna bij elke bestuursvorm een voordeel en een nadeel.
Monarchie:
Voordeel:
Nadeel:
Aristocratie:
Voordeel:
Nadeel:
Tirannie:
Voordeel:
Nadeel:
Democratie:
Voordeel 
Nadeel:

Slide 12 - Slide

Bestuursvormen
Hoe wordt Nederland bestuurd?

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Lezen 4.2.2
4A,4B,4C & 5A,5B

Slide 14 - Slide