2.4 Grieks-Romeinse cultuur

2.4 Grieks-Romeinse cultuur
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2.4 Grieks-Romeinse cultuur

Slide 1 - Slide

Opdracht 2.3 bespreken

Slide 2 - Slide

​4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
5. De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-Europa
8. De ontwikkeling van het Jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

Slide 3 - Slide

De klassieke “vormentaal” van de Grieks-Romeinse cultuur


Hiermee worden de architectuur, beeldhouwkunst en afbeeldingen bedoeld.
Wat minder letterlijk: Verhalen en toneelstukken die vaak samenhangen met de mythologie, of “historiën”.



Slide 4 - Slide


Beeldhouwkunst


  • Levensecht
  • Details
  • Dynamisch
  • Naakt
  • Ideaalbeeld van de mens: perfect en in balans

Slide 5 - Slide


Architectuur


  • Symmetrie
  • Veel zuilen
  • Gebouw bestaat uit verschillende onderdelen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Ionisch
Dorisch
Korintisch

Slide 8 - Slide

De bewondering voor de Griekse (en later ook de Romeinse) kunst is altijd blijven bestaan en ging soms erg ver. De gevel van het Paleis op de Dam in Amsterdam is bijna een kopie van het Parthenon in Athene.

Slide 9 - Slide


Theater


  • Gespeeld in een halfrond theater
  • Alle rollen gespeeld door mannen
  • Gebruik van maskers voor gezichtsuitdrukkingen
  • Twee soorten toneelspelen: komedie en tragedie

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Komedie

  • Blijspel

  • Loopt goed af

Slide 17 - Slide

Tragedie


  • Treurspel

  • Loopt slecht af

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Aan de slag
Wat: opdracht 6b, c en d van 2.4
Hoe: eerst zelfstandig, daarna in viertallen
Tijd: 15 minuten
Hulp: boek/ internet/ hand opsteken
Klaar: bepaal wie zijn speech het beste is

Slide 20 - Slide