voortplanting H4

H4
Quiz hoofdstuk Voortplanting
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4
Quiz hoofdstuk Voortplanting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
A
Voortplanting door seks
B
Voortplanting zonder seks
C
Voortplanting zonder geslachtscellen
D
Voortplanting met geslachtscellen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Vrouwtjes vissen zetten eitjes af. Vervolgens bevrucht een mannetjes vis deze eitjes.
Wat voor een soort voortplanting is dit?
A
ongeslachtelijke voortplanting
B
geslachtelijke voortplanting
C
ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de verschillende fasen van de celcyclus?
Interfase
Mitose
Cytokinese
Chromatiden van hetzelfde chromosoom worden verdeeld over twee helften van de cel
Cel bereidt zich voor op celdeling
Cel splitst zich in tweeën

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Zaadleider
Urineblaas
Zaadblaasje
Prostaat
Zwellichaam
Penis
Bijbal
Zaadbal
Balzak
Urinebuis
Eikel
Voorhuid

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

In het diagram is de hoeveelheid DNA in een cel tijdens de celcyclus uitgezet tegen de tijd. Koppel de nummers in het diagram aan de vier fasen.
G2-fase
S-fase
M-fase
G1-fase
1
2
3
4

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Hoeveel chromosomen komen voor in een geslachtscel van een mens?
A
eicel 23 zaadcel 23
B
eicel 46 zaadcel 46
C
eicel 23 zaadcel 46
D
eicel 46 zaadcel 23

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Mitose
Meiose
Gewone celdeling
Reductiedeling
Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Zelfde aantal chromosomen
Helft van de chromosomen
Gewone lichaamscellen
Geslachtscellen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Hoe kun je een SOA krijgen?
A
Via bloed, sperma of vaginaal vocht waarin de ziekteverwekker zich bevindt
B
Via sperma of vaginaal vocht waarin de ziekteverwekker zich bevindt
C
Alleen via sperma waarin de ziekteverwekker zich bevindt
D
Alleen via bloed waarin de ziekteverwekker zich bevindt

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Over welke SOA gaat dit?
Deze soa wordt veroorzaakt door een schimmel
A
Chlamydia
B
Candida
C
Schaamluis
D
Herpes Genitalis

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De anticonceptiepil beschermt je tegen een soa.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Ook andere anticonceptiemiddelen, zoals het spiraaltje, het anticonceptiestaafje, de anticonceptiepleister, de anticonceptiering en de prikpil beschermen heel goed tegen zwangerschap. Voor alle middelen geldt dat ze alleen goed tegen zwangerschap beschermen, als je ze goed en volgens de regels gebruikt.
Rijpen nieuwe eicel
Eisprong
Eicel sterft
Rijpen nieuwe eicel
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies wordt dikker
Menstruatie

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Haploid:
n of 2n?
A
1n
B
2n

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De menstruatie van een vrouw begint op 1 december, wanneer heeft zij de grootste kans op zwangerschap?
A
8 december
B
15 december
C
22 december
D
19 december

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de embryonale ontwikkeling vinden celdelingen plaats.
Waar vinden de eerste celdelingen bij de mens plaats?
A
In de eileider.
B
In de baarmoeder.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
persen/geboorte
Nageboorte

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Wat is meiose?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

vruchtwater
Baarmoederslijmvlies
placenta
vruchtvliezen
Van dit deel krijgt het embryo de eerste weken van de zwangerschap voedingsstoffen.
Via dit deel neemt het embryo voedingsstoffen op uit het bloed van de moeder.
Deze delen beschermen het embryo tegen stoten, uitdroging en wisseling van de temperatuur. 

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Hiernaast zie je een celcyclus.
Wat gebeurt er in de G1/G2 fasen?
A
Celgroei
B
Celdeling
C
DNA-replicatie
D
rust

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

In welke fase van de celcyclus wordt het DNA gekopieerd?
timer
0:15
A
Tijdens de G1-fase.
B
Tijdens de S-fase.
C
Tijdens de G2-fase.
D
Tijdens de M-fase (mitose).

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

menstruatie
ovulatie
gele lichaam
eierstok
follikel

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Welk hormoon zorgt voor de ovulatie van een vrouw?
A
progesteron
B
FSH
C
LH
D
oestrogeen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welk van de onderstaande anticonceptie is het meest betrouwbaar? (tegen zwangerschap)
A
de pil
B
spiraaltje
C
condoom
D
periodieke onthouding

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke van de onderstaande vruchtbaarheidsproblemen heeft IVF geen zin?
A
zaadcellen missen staart
B
eileider is geblokkeerd
C
baarmoederslijmvlies ontwikkelt zich niet

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions