De 17e eeuw in de Nederlanden wordt ook wel de Gouden Eeuw genoemd. Noem twee redenen uit de bron
die deze bijnaam BEVESTIGEN.
In 1602 richt Johan van Oldenbarnevelt voor de handel met Azië de Vereenigde Oostindische Compagnie op. De Britten, Fransen en andere Europese landen hebben in die tijd soortgelijke ondernemingen, maar de VOC wordt veruit de grootste. De VOC krijgt het Nederlandse monopolie op alle handel in de Aziatische wateren oostelijk van Kaap de Goede Hoop. In naam van de Republiek mag de compagnie verdragen sluiten, oorlogen voeren en veroverde gebieden besturen. Vanuit heel Europa trekken jonge mannen naar de Republiek om zich in te schepen bij de compagnie. Een groot deel van hen ziet Europa niet meer terug. Ze sterven aan ziektes die tijdens de lange reizen aan boord uitbreken.
De VOC ontwikkelt zich tot een gevreesde macht en oorlogsmachine. De compagnie bouwt forten in onder meer het huidige Zuid-Afrika, India, Sri Lanka en Makassar. Vandaaruit drijft ze handel en verdedigt ze haar handelsgebieden. De VOC krijgt in bepaalde landen een uitzonderingspositie. Als Japan voor alle buitenlanders wordt afgesloten, krijgt de VOC in 1641 als enige toestemming om handel te drijven, vanaf het eilandje Deshima bij Nagasaki.