What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.5 Lenen en betalen
H2 Thuis in geldzaken
2.6 Lenen en betalen
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
14 slides
, with
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H2 Thuis in geldzaken
2.6 Lenen en betalen
Slide 1 - Slide
Terugblik:
Beleggers kunnen het geld onder meer beleggen in:
- aandelen van individuele bedrijven
- aandelen in beleggingsfondsen
- obligaties
Beleggers in aandelen en obligaties nemen een koersrisico.
Slide 2 - Slide
Terugblik:
De belegger verkoopt zijn aandelen en obligaties:
- met winst
- met verlies
Beleggingsfondsen:
- Worden beheerd door deskundigen
- beleggen in veel verschillende bedrijven. (risico is kleiner)
Slide 3 - Slide
Terugblik:
Een belegger in aandelen ontvangt:
- dividend over zijn aandelen (als er voldoende winst is)
Een belegger in obligaties ontvangt:
- jaarlijks een vaste rente
- aan het einde van de looptijd het uitgeleende geld terug.
Slide 4 - Slide
Wat leer je in deze les:
In deze paragraaf leer je wat de voordelen en nadelen zijn van lenen bij de bank.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Vraag 1:
A. Hij kan direct een andere auto kopen.
B. Eigen antwoord. Bijv. ja, met sparen kom je nooit toe aan een dure aankoop. Of: nee, lenen kan tot financiële problemen leiden.
C. Als je geld leent, moet je daarna geld opzijleggen voor de rente en aflossing.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Vraag 2:
A. € 20.800 – € 20.000 = € 800; (€ 800 : € 20.000) × 100 = 4%
B. Als hij wacht met kopen, moet hij meer betalen voor de auto.
C. Een belemmering, want als hij na afloop van deze baan geen werk vindt, wordt de betaling van de rente en aflossing moeilijker.
Slide 9 - Slide
Vraag 3:
A. De bank betaalt spaarders een lager percentage rente dan zij van leners ontvangt en dat betekent winst.
B. De boer wil lenen om te investeren; de overheid wil lenen vanwege het tekort op de rijksbegroting en de particulier wil lenen om een auto te kopen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Vraag 4:
A. € 369 per maand.
B. 48 × € 369 = € 17.712
C. € 17.712 – € 15.000 = € 2.712
D. Omdat het totale aflossingsbedrag wordt verdeeld over minder maanden.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Vraag 5:
A. Nee, want 48 × € 73 (alleen rente) + € 15.000 (afl ossing) = € 18.504. Dat is meer dan € 17.712.
B. Bijv. of de afl ossing van de lening misschien is weggelaten in de maandelijkse termijn.
Slide 14 - Slide
More lessons like this
Paragraaf 4 Risico's van beleggen
October 2023
- Lesson with
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Paragraaf 4 Risico's van beleggen
March 2021
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Paragraaf 4 Risico's van beleggen
November 2023
- Lesson with
25 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Paragraaf 4 Risico's van beleggen
July 2024
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Economie herhaling H2
January 2023
- Lesson with
21 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2.4 Risico's van beleggen
October 2022
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
H2 Paragraaf 4 Risico's van beleggen
November 2023
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Samenvatting 3e klas H2 Thuis in geldzaken BB/KB
December 2023
- Lesson with
29 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3