Paragraaf 1.4: Egypte, een machtige staat (deel 2)

1.4: Egypte, een machtige staat (deel 2)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.4: Egypte, een machtige staat (deel 2)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Goden van Egypte
  • Natuurverschijnselen = werk van de goden (natuurgodsdienst).
     
Voorbeelden:
  1. Ra: De oppergod en de zonnegod.
  2. Thoth: De god van wijsheid, kennis en schrijven.
  3. Anubis: De god van de dood en het balsemen.

Slide 3 - Slide

Het kruisteken dat sommige oude Egyptische goden in hun handen hebben, wordt vaak aangeduid als het ankh-teken. De ankh is een oud Egyptisch symbool dat lijkt op een kruis met een lus aan de bovenzijde. Het wordt beschouwd als een symbool van het eeuwige leven en komt voor in afbeeldingen van verschillende Egyptische goden, zoals Osiris, Isis en Horus. Het wordt vaak in de hand van de goden geplaatst om hun macht en verbinding met het eeuwige leven uit te drukken.
Goden van Egypte
  • Egyptenaren vereerden hun goden in tempels

  • Daar brachten ze offers (geschenken) aan de goden om hen tevreden te houden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Goden van Egypte
  • Niemand mocht een tempel binnen, behalve een priester

  • Dat is iemand die zorgt voor het contact tussen mensen en goden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe verschilt het Oude Egyptische geloof met de geloven van nu?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Goden van Egypte
  • Oude Egyptenaren geloofden in meer dan één God.

  • Het geloof in meerdere goden heet polytheïsme.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

ik breng de offers van de mensen naar de goden.
Ik help de farao met het aanvoeren van zijn leger.
Ik ben de koning van Egypte.
Ik schrijf de wetten op.
Ik maak spullen met mijn handen.
Ik werk op het land.
Ik ben het bezit van iemand anders.
Sleep de witte vlakken met beroepen naar de gele vlakken bij hun omschrijving.

ambachtsman
farao
boer
generaal
ambtenaar
priester
slaaf

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Het lichaam werd in een bad met zout gelegd.
Het lichaam werd ingesmeerd met olie en in linnen gewikkeld.

De Mummie werd in zijn graf gelegd.
De ingewanden werden verwijderd en in potten gestopt.

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Juist
Onjuist
De Oude Egyptenaren geloofden dat natuurverschijnselen het werk van de goden waren.
De Oude Egyptenaren geloofden maar in één god.
De Oude Egyptenaren geloofden in een leven na de dood.
De Oude Egyptenaren brachten offers aan de goden om hen tevreden te houden.
De Oude Egyptenaren vereerden hun goden in kerken.

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Ga aan de slag!
Maak opdracht 9 t/m 15 van paragraaf 1.4.

Eerder klaar?
Maak de test jezelf van paragraaf 1.4.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions